Eerste reactie ds. J. Roos in de WS op boek ds. A. KortIs de leer van Comrie on-Bijbels? (1)Ds. J. Roos: Het zal onze lezers bekend zijn dat we geen behoefte hebben om van ons kerkblad een strijdblad maken. Ons streven is om de lezers het meest te bepalen bij de noodzakelijkheid van de waarachtige wedergeboorte als het zuivere genadewerk van de Heilige Geest. Hoe God de Vader naar Zijn welbehagen in Christus dit Zijn volk zielsbevindelijk leert, zodat zij als verloren zondaren geen rust kunnen vinden voor zij bewust God in Christus mogen kennen. Het komt echter elke keer openbaar dat Gods kerk een strijdende kerk is. Behalve de verderfelijke invloeden van de seculiere maatschappij die vanbuiten de kerken binnendringen, komt ook de scheiding der geesten binnen in kerken in verschillende vormen openbaar. We kunnen in ons kerkelijk blad niet op allerlei ontwikkelingen ingaan, doch bepaalde gebeurtenissen vragen om een antwoord of toelichting, temeer als het om de zuivere waarheid gaat waar onze vaderen alles voor over hebben gehad. Zo is er recentelijk een boek van de hand van ds. A. Kort, predikant van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland uitgegeven dat handelt over de wedergeboorte. De spraakmakende titel van het boek is: Wedergeboorte of schijngeboorte, met als ondertitel De Bijbelse bloedtheologie vergeleken met de filosofische embryotheologie.' Het streven van ds. Kort is om door middel van zijn pennenvrucht aan te tonen dat de leer van dr. A. Comrie aangaande de wedergeboorte niet in de lijn ligt van de kerkvaders, reformatoren en andere leraars. Daarbij schroomt hij niet om de leervoorstelling van Comrie en zijn volgelingen aangaande de wedergeboorte als on-Bijbels te omschrijven. Van verschillende zijden is ons gevraagd om hierop te reageren, omdat leraars zoals dr. A. Comrie, ds. G.H. Kersten, dr. C. Steenblok en indirect ook ds. F. Mallan het moeten ontgelden. We hebben zelfs het boek van een onbekende gever toegestuurd gekregen. Bij het doornemen ervan hebben we ons verbaasd over de door ds. Kort beschreven visie op de leer van de wedergeboorte, zijn oordeel over andersdenkenden, en zijn krasse taalgebruik.
DJK : Wanneer je het Woord Gods als een tweesnijdend scherp zwaard behendig mag hanteren, doet dit altijd het meest pijn bij hen die hun leven aanvankelijk alrede onder de heerschappij der wet gevonden hebben. Of dit nu de werken of overtuigingen der wet zijn, maakt wezenlijk geen verschil. Dat was in de tijd van de Heere Jezus, en kennelijk nu nog zo. Zeg tegen een Jood, of tegen de paus van Rome, of in dit geval ds. J. Roos uit Barneveld, dat de wet krachteloos is geworden door ons zondige vlees, (Rom. 8:3a), dat de werken der wet niet uit het geloof zijn (Gal. 3:12), en derhalve niet machtig is tot levendmaking (Gal. 3:21), en je hebt een godsdienstoorlog ontketend. Nee natuurlijk, zegt ds. J. Roos, de wet maakt ons niet levend….dat doet de Heilige Geest. Maar zeg mij dan eens, wat doet een overtuigd zondaar die zijn schuldbrief thuis heeft gekregen, de innerlijke rust is opgezegd, en bij wie God de eeuwigheid in de tijd gebracht heeft? Welnu antwoord ds. J. Roos, deze mens gaat werken en zwoegen om bij God in het reine te komen. Veel wenen over zijn zonden, veel bidden om vergeving van schuld en zonden, veel lezen, veel naar de kerk, hij krijgt andere vrienden…etc. Kortom, alles wordt anders dan voorheen. Zoals u ziet, niet anders dan de werken der wet vanuit een verbroken werkverbond. Inderdaad een grote verandering, maar nog geen vernieuwing. Dat het ware geloof rusten op het volbrachte werk van Christus betekent, daar wil de hardnekkige ds. J. Roos helaas niet van horen. Nee, het begin van het ware geloof begint volgens hem met WERKEN. Hiermee houdt dominee Roos de vloek alrede voor de zegen, de geestelijke ontwaking alrede voor het leven, en de werking door de Geest der dienstbaarheid alrede voor de Geest der aanneming tot kinderen. Het zal je dominee maar zijn. Ik denk dat ik alleen nog maar een paar pinda’s in het kerkzakje zou gooien voor deze papagaai van Comrie, Kersten, Steenblok en Mallan. In de tijden van beproeving komen mensen openbaar, lezer. Deze ds. Roos weegt geld uit voor hetgeen geen brood is, en arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan. Dat wil zoveel zeggen als, deze herder en leraar geeft zijn kerkvolk schorpioenen voor vissen, en stenen voor broden. Bij deze ds. J. Roos ben je alrede genezen als je bemerkt hebt dodelijk ziek te zijn, alrede bevrijd wanneer je gezien hebt dat je in een kerker van zonden zit. Eens zal deze valse profeet in de dag des oordeels rekenschap moeten afleggen van al zijn misleidende leringen en leugensprekingen. Waar Christus Zijn bestaan voor God in gehoorzaamheid nog moest afleggen door middel van een vervloekte kruisdood, daar heeft een ongehoorzame zondaar volgens de leugenleer van ds. Roos zijn leven alrede gevonden. Dominee Roos stelt de geestelijke opstanding (= levendmaking) alrede voordat een zondaar gedoopt is in de kruisdood van Christus, lees Rom. 6:3-8. Bij dominee Roos behoeven we niet eerst aan de eis der wet gestorven te zijn, en met Christus gekruist, Gal. 2:19-20, om vervolgens Gode te kunnen leven door de geestelijke kracht van Zijn opstanding. Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. (Matth. 7:15-17) Dit zijn geen verschillen van mening, maar hier valt of staat de kerk…zegt Luther!
Ds. J. Roos: Men kan verschil van mening hebben, maar het blijft altijd zaak om de fatsoensnormen in acht te nemen. Volgens ons heeft de predikant zich niet gehouden aan de wens die hij aan het slot van zijn Verantwoording schrijft: Maar aan het kruikje mag de liefde niet ontbreken. De liefde sticht; we dienen elkaars behoud op het oog te hebben.’
DJK : Beste dominee Roos, wat vindt u dan van deze toonzetting van de gereformeerde Maarten Luther? Het ware te vrezen dat wanneer u zich in de tijd van Luther in Wittenberg als dominee had aangemeld om daar te mogen preken…de hervormers u ernstig hadden aangeraden om toch maar een ander vak te gaan doen. Ze hadden u met uw on-Bijbelse en/of ongereformeerde leerstellingen wellicht snel weggejaagd, want misvormers en verkrachters van de heilsleer die naar de godzaligheid is, had men in die tijd geen gebrek aan. Ze hadden wellicht gedacht aan een ingekropen valse broeder die van bezijden ingekomen was om de vrijheid die in Christus is te komen verspieden, om de hervormers van Wittenberg wederom tot dienstbaarheid te brengen. (Gal. 2:4) Indien het anders is, dan preekt ds. J. Roos tegen zijn eigen gemoed in. Dat zou wezenlijk nog erger zijn.
Luther: “Laten wij er toch aan denken, dat alle gezag dat de Schrift aan de leraren (predikanten) toekent, volledig in de ambtsbediening van het Woord bestaat en begrensd is. Want Christus heeft deze volmacht en dit gezag niet aan de mensen gegeven, maar aan het Woord, waarvan Hij die mensen dienaren maakte. De dienaren van het Woord mogen alzo door dit Woord, tot uitdelers waarvan zij gesteld zijn, onbevreesd alles wagen. Dat zij alle macht, heerlijkheid en groten van de wereld er toe mogen dwingen, zich ootmoedig onder de majesteit van het Woord te stellen. Dat zij door dit Woord allen, de grootsten en de kleinsten, mogen bevelen. Dat zij de tempel van Christus mogen oprichten en de heerschappij van de satan mogen verbreken. Dat zij de lammeren mogen weiden en de wolven doden. Dat zij de leergierigen mogen onderwijzen en vermanen, de wederspannigen en afvalligen terugwinnen en overtuigen. Dat zij dit alles mogen doen, echter alleen door het Woord van God.
Zouden zij zich toch ooit eens van dit Woord afkeren om eigen droombeelden te volgen, dan mogen zij zich niet meer als leraar (predikant) laten gelden. Zij zijn dan veeleer verscheurende wolven, die men moet wegjagen! Want Christus heeft ons bevolen naar niemand anders te horen dan naar hen die ons leren, wat met het Woord van God overeenstemt”.
Luther: Dit is de ware heilzame leer van het Christelijk geloof, namelijk, dat deze gewisse verzekering en dit getuigenis van de Heilige Geest, in het hart moeten zijn, zodat het geheel niet twijfelt, dat wij door Christus, Gods kinderen zijn, vergeving van zonden en het eeuwige leven hebben, en dat wij ook moeten weten, dat God met alle ernst dit geloof eist en verbied om hieraan te twijfelen, als Hij zegt: Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelf; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon (1 Johannes 5:10). Hiermee is de schandelijke, verdoemde, duivelse leer der papisten, die hiertegen zonder schaamte voorgeven, dat het goed is als je twijfelt, en dat een christen moet twijfelen aan de genade, op een geweldige manier in de bodem geslagen. Dat is zoveel geleerd: dat het goed is Gods getuigenis niet te geloven! en dit is niet anders dan God een leugenaar noemen, de Heere Christus lasteren en te schande maken, de Heilige Geest in het openbaar op de mond slaan, en zo wezenlijk en waarachtig de mensen tot de onvergeeflijke zonde en lastering tegen de Heilige Geest te brengen en daarin vast te maken, zodat ze tot de duivel moeten varen en geen heil of troost van hun zaligheid ooit zullen hebben. Crucigers Sommerpostille (1544), vgl. WA 21, 288, 16-30.
Ds. J. Roos: Vooraf merken we op dat we niet het hele boek van ds. Kort gaan bespreken, maar in zeven afleveringen willen stilstaan bij:
1. De wezenlijke verschillen
2. Het selectief en subjectief beroep op leraars
3. De uitleg alsof Comrie en zijn volgelingen de grond van de bekering in de overtuiging leggen en God in Christus niet centraal stellen.
1. De wezenlijke verschillen
De eerste constatering na het lezen van dit boek is dat ds. Kort probeert te bewijzen dat hij de bloedtheologie en tevens een voorbereiding vóór de wedergeboorte voorstaat, en dat Comrie en anderen de 'embryotheologie' en de standen in het genadeleven leren. Met embryotheologie bedoelt hij de leer dat in de wedergeboorte of levendmaking de ziel (onbewust) met Christus verenigd wordt, en dat pas door de oefening des geloofs plaats voor Christus wordt gemaakt. In deze opvatting vindt de overtuiging van zonde ná de wedergeboorte plaats en niet ervoor. Ds. Kort noemt de dwaling van de embryotheologie ook wel de veronderstelde wedergeboorte.
DJK : “Met de embryoleer bedoelt hij….” Hier suggereert Roos of dat ds. Kort de embryoleer van Comrie uitgevonden of ontdekt heeft, terwijl ds. Roos zelf nooit anders dan vanuit de lijn van Comrie, Kersten, Steenblok en Mallan geleerd heeft. Verdraai iemands woorden, en begin er vervolgens op te schieten….uw onwetende kerkvolk gelooft u toch wel. Daar behoeft dominee Roos zich niet zo koortsig over te maken. Of we het nu een veronderstelde wedergeboorteleer of een veronderstelde geloofsleer noemen, het is beiden een valse leer die heimelijk op twee fundamenten bouwt. Het eerste fundament rust op de onvolmaakte werken die voortkomen vanuit een ontwaakt geweten dat schuldig gesteld is jegens Gods heilige wet, (vergelijk dit met het zien van een politieagent waardoor u uw rijgedrag wat netter begint aan te passen en nog even snel uw autogordel omdoet…uit vrees om een bekeuring te krijgen), het tweede fundament is het Fundament van het volbrachte werk van Christus. Dominee Roos is nog echt in de veronderstelling dat het verkrijgen van een erfdeel begint met de werken en overtuigingen der wet. Maar Abraham verkreeg zijn erfenis niet uit de werken, maar uit de beloftenis, Gal. 3:18. Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde, (Rom. 3:20). Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet, (Rom. 3:28). Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs? (Gal. 3:2). Die u dan den Geest verleent, en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs? (Gal. 3:5) Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen, (Gal. 3:10). Maar Israel, die de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen. Waarom? Omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet, want zij hebben zich gestoten aan den steen des aanstoots; (Rom. 9:31-32)
Ds. J. Roos: Onze lezers zullen ongetwijfeld van Alexander Comrie hebben gehoord. Van geboorte was hij een Schot, die op ongeveer twintigjare leeftijd in Nederland kwam. Als herder en leraar heeft hij achtendertig jaar de gemeente van Woubrugge gediend. Comries geschriften zijn voor veel lezers tot zegen geweest, en we kunnen niet nalaten om te schrijven dat het ook tot onderwijs voor onze ziel is geweest. Al heeft hij dan geen dogmatiek geschreven zoals ds. G.H. Kersten, toch kunnen we zijn De Heidelbergsche Catechismus (die uit zeven zondagen bestaat), en zijn Verhandeling van enige eigenschappen van het zaligmakend geloof als een zuiver gereformeerde dogmatiek. Vooral in zijn verhandeling over Zondag 7 omschrijft hij duidelijk wat de Bijbelse leer aangaande de wedergeboorte inhoudt. In zijn Eigenschappen verklaart Comrie dat de wedergeboorte tweeledig is, namelijk een engere en een ruimere wedergeboorte.
In engere zin bedoelt hij het almachtige, krachtdadige en onwederstandelijke werk Gods, waardoor de uitverkoren zondaar van dood levend gemaakt wordt. Volgens Comrie betekent de wedergeboorte in ruimere zin niet alleen de levendmaking van de zondaar, maar ook het herstel van Gods beeld in hem en de voltooiing van het werk Gods in de ziel. Comrie beroept zich op Gods Woord en tevens op Calvijn in zijn verklaring van Johannes 1:3, waar Calvijn zegt dat de wedergeboorte de bron is waaruit het geloof voortvloeit. Comrie legt dan nader uit dat ze ziel in de wedergeboorte wel in een punt des tijds wordt levend gemaakt, ‘
maar de voltooiing ervan vindt trapsgewijs plaats’.
DJK : Zie daar de trapsgewijze ROOMSE rechtvaardigingsleer die destijds en heden ten dage ook weer geleerd en gepreekt wordt. Rome leerde destijds de wedergeboorte door de doop door de gratia infusa ofwel de ingestorte genade die mede door de heiliging des levens steeds meer openbaar komt, en de Ger. Gem. (in Ned) leert de eerste geschonken genade door de Geest der dienstbaarheid (die zij alrede voor de Geest der beloftenis houden), Dewelke vrees, angst, toorn en onrust werkt, wanneer God een zondaar zijn schuld thuis brengt of opbind en hem de innerlijke rust opzegt. Ook bij hen gaat de zondaar vervolgens aan de heiligmaking beginnen door goedbedoelde werken te betrachten, veel bidden - lezen - wenen - verbeteren...etc, om die te doen uit dankbaarheid, en hij beschouwt Christus als een zaligmakende helpende zondenbok om van Hem te begeren hetgeen hij aan goeie werken tekort komt. Alleen maar slavenwerk en dienstknechterij. Terwijl Gods Woord ons leert dat we eerst vrijgemaakt moeten zijn van onze zonden door de kruisdood en opstanding van Jezus Christus: Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven, Rom. 6:22. Het is bij ds. Roos dus niet ALLEEN het geloof in Christus, maar ook het geloof in de wet dat aanzet tot werken en verbeteringen. Verschrikkelijk...!! Lees hier verder wat de apostel Paulus en de Statenvertalers ons leren over dat de levendmaking met een bewuste geloofskennis en geloofsvereniging met Christus begint.
En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden; .....Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; uit genade zijt gij zalig geworden. (Efeze 2:1-5)
19) levend gemaaktDat is, uit den dood der zonde verlost, door onze rechtvaardigmaking en wedergeboorte, gelijk terstond hierna verklaard wordt.
20) met Christus;Want als Christus, die om onzer zonden wil gestorven was, is opgewekt zo heeft Hij metterdaad betoond dat Hij de schuld onzer zonde en het lichaam onzer zonden had teniet gedaan: hetwelk Hij eerst voor ons,
en daarna ook in ons heeft volbracht uit kracht Zijns doods en Zijner opstanding, Rom. 4:25, en Rom. 6:6,7,8, als Hij ons het geloof heeft geschonken, door het geloof heeft gerechtvaardigd, en door Zijnen Geest heeft vernieuwd en geheiligd. Zie 1 Cor. 1:30.
Ds. J. Roos: De lezer zal zich afvragen wat ds. Kort de 'embryotheologie' bedoelt? Een embryo is een aanduiding van een ongeboren kind dat in een fase is tussen bevruchting en geboorte. Volgens Comrie mogen we dit beeld van een embryo tot het geestelijke overbrengen. Wanneer Gods Geest in het hart van een uitverkoren zondaar het beginsel van leven heeft gelegd, vindt er de vereniging tussen Christus en de ziel plaats. Vanzelf blijft het in het geestelijke leven geen embryo, en daarom schrijft Comrie in de zesde preek van zijn Eigenschappen: 'Zodat hij als een embryo in moeders lichaam leeft, en delen van een mens wezenlijk heeft, schoon het nog niet tot die volmaaktheid gekomen is waartoe het naderhand zal gebracht worden.’
DJK : Het is Comrie voor en Comrie na, werkelijk alles Comrie wat de klok slaat. Wat een arm portie toch. Lees hier wat de Statenvertalers, ofwel de mannen van de Dordtse leerregels bedoelden met hun omschrijving van de wedergeboorte, en ook geheel onderaan wat Luther daarover opmerkt. Wat daarover in de DL staat weten we allemaal, maar versta deze omschrijving nader vanuit de kanttekeningen die zij maakten bij hun vertaling van de Bijbel in het Nederlands. Versta derhalve hun omschrijving van de wedergeboorte nader vanuit onderstaande kanttekeningen bij Rom. 6:3-9, bij Gal. 3:27, bij Kol. 2:11-13, bij Titus 3:5-7, bij Efeze 1:13, bij Efeze 5:25-26, bij 1 Petr. 1:3, bij 1 Petr. 3:20-21, bij 1 Kor. 15:42-45, en bij 2 Kor. 5:17-18. Al dit onderwijs veegt de waanwijze dominee J. Roos zomaar van tafel door er geen enkele aandacht aan te schenken. Zoek al deze teksten eens op in uw Statenbijbel, en lees en herlees deze kanttekeningen van deze godzalige vaderen. Ik zal er enkele voor u citeren:
Titus 3 vers 5-7: Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes. Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker; Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens.
12) door het badDat is, door de wedergeboorte en vernieuwing des Heilige Geestes, die als een waterbad is, waardoor de vuiligheden onzer zonden gewassen en gereinigd worden, Ezech. 36:25-27, waarvan het waterbad des doops een teken en zegel is. Zie dergelijke wijze van spreken Rom. 4:11.
15) gerechtvaardigdDat is, vrijgesproken in het oordeel Gods, door toerekening der gerechtigheid van Christus en vergeving der zonden.
Efeze 1 vers 13-14: In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte. Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.
45) nadat gij geloofdOf, als gij geloofd hebt. Want deze verzegeling des Geestes geschiedt door het geloof, en op het geloof, Gal. 3:2.
46) verzegeld gewordenDeze wijze van spreken is genomen van de mensen, die tot versterking van enige beloften verzegelde brieven plegen te geven, en dat menigmaal met opdrukking van hun eigen wapen of beeld. De beloften van de vergeving onzer zonden, van onze aanneming tot kinderen en onze eeuwige erve, worden ons gedaan door het Evangelie, en worden door het geloof ons toegeëigend.
De verzegeling des Geestes, die daarbij gevoegd wordt, is de wedergeboorte of vernieuwing van Gods beeld in ons, waarmede Hij onze zielen begaaft en daarop drukt, als wij in Christus geloven, om ons meer en meer te verzekeren van de uitvoering van zijne beloften, 2 Cor. 1:21,22, en 2 Cor. 3:18. En betuigt bovendien hetzelve aan ons gemoed, als met een Goddelijke inspraak, waarover wij ook God als onzen Vader durven aanroepen, Rom. 8:15; Gal. 4:6, en roemen op de hoop der heerlijkheid Gods; Rom. 5:2, en Rom. 8:38,39.
Ds. J. Roos : In de buitengewoon belangrijke preek over Zondag 7 zegt Comrie dat we door het Christus worden ingelijfd: '...de genade of de hebbelijkheid van het geloof, waaruit de daden van het geloven vloeien en geoefend worden. U behoorde uw eigen taal te verstaan en te begrijpen,
dat er onderscheid is tussen geloof en geloven. Onthoud het in het vervolg: geloof geeft te kennen de genade des geloofs of de ingestorte hebbelijkheid, maar geloven geeft te kennen de werkzame daden, uit dat geloof voortkomende. Zo is het in alle andere opzichten: het gehoor is niet horen; het ene is het zintuig, het andere de werkzame gewaarwording van wat door het gehoor als een lijdelijk zintuig ontvangen wordt. Vergeet toch dit door ons genoemde onderscheid nooit. (...) Ik zal u alleen maar te binnen brengen, hoe nauwkeurig de Dordtse vaderen dit onderscheid in het oog gehouden hebben in het derde en vierde artikel tegen de Remonstranten, de hebbelijkheid van de daad onderscheidende... “
DJK : Ds. Roos stelt dus in zijn prediking de zgn. geloofsvruchten voor de bewuste geloofsgemeenschap en de weldaden voor de Weldoener. De appelen in het voorjaar en de bloesem in de zomer. Ronduit bespottelijk! Dus vanuit de voornoemde kenmerkenprediking waarin een waangeloof voor een waar zaligmakend geloof wordt voorgesteld vanuit een veronderstelde wedergeboorteleer, meten de hoorders zichzelf hoever ze gevorderd zijn. Sommigen gaan dan vervolgens heel voorzichtig zeggen: 'als ik me niet bedrieg ben ik daar en daar toch geen vreemdeling van...etc. Ik ken Christus evenwel nog niet, mijn zonden zijn nog niet vergeven, ik ken ook nog geen vrede met God en geen blijdschap die alle verstand te boven gaat, maar mag er op grond van deze kenmerken en vruchtjes toch vanuit gaan dat ik dan alrede wedergeboren ben.' Kijk dit is nu werkelijk te vroeg gejuicht, en heeft werkelijk niks met het pastorale of wat dan ook te maken, want zijn kerkvolk redeneert en spreekt op deze wijze omdat ze wekelijks met dit soort leugens worden volgegoten. Maar wee degene die op grond van deze kenmerken durft te zeggen dat hij wederomgeboren is. Daarom is het onder dit vreesachtige kerkvolk beter te missen dan te hebben met zekerheid. Kijk, dat is nu Rome ten top gevoerd. Maar nee zegt paus Jochem Roos, het moet natuurlijk wel nog op Jezus aan..., en als het niet in Hem eindigt dan is het kennelijk nooit een echte of waarachtige wedergeboorte geweest, zo redeneert hij dan. Zie daar de valse veronderstelling! Terwijl Luther en Calvijn op grond van Gods Woord stelden dat de wedergeboorte met een bewuste geloofskennis en een bewuste geloofsvereniging met Christus begint, waarin een vaste zekerheid en vast vertrouwen gezeteld is. Het sterk en groot geloof is sterk verzekerd, het zwak en klein geloof is zwak verzekerd....maar beiden hebben hun Zaligmaker even helder zien staan door hun geschonken geloof. Maar geloof is geloof, en elk geschonken geloof is rechtvaardigend en toevluchtnemend van aard. Ik weet niet of ds. J. Roos kinderen heeft? Maar had hij deze kinderen (= vruchten) dan al voordat hij eerst netjes voor de Nederlandse wet en daarna in de kerk getrouwd was? Jochem Roos weet toch ook best met wie hij getrouwd is en heeft toch ook zelf ook zijn trouwdag meegemaakt? Dit was toch geen onbewuste stiekeme zaak, maar eerder de mooiste dag van zijn leven? Let wel, een dienstknecht zoekt vruchten voort te brengen vanuit een verbroken werkverbond, maar Gods volk gaat door geloofsvereniging en geloofsgemeenschap
vrucht dragen vanuit een genadeverbond door de liefde. Dit zijn de liefdesvruchten voortkomende uit een Vervulde Wet. Een vrouw kan uit haarzelf toch ook geen vruchten dragen, daar heeft zij haar man voor nodig. Zo ook geestelijk bij de bruidskerk van Christus, daarom werd in Israel alleen de man besneden. Zo ook bij het geestelijk verkoren Israel die besneden is in haar Man. Hoe wordt de bruidskerk van Christus dan besneden? Deze verkoren bruidskerk die uit mannen en vrouwen bestaat wordt besneden door een besnijdenis zonder handen geschiedt, Kol. 2:11-12. Waar de wet nog leeft daar kan het evangelie geen kracht doen. Ik wenste dat ds. Roos dit eens mocht gaan inzien, maar ik vrees weleens dat hij aan het oordeel der verharding is overgegeven.
Verder heb ik enige tijd een uitgebreide verhandeling over de Bijbelse en on-Bijbelse uitleg van HC zondag 7 geschreven. Hierin heb ik uiteengezet waar veel leraren uiteindelijk met Comrie de mist ingaan, daar tegenover heb ik de leer der hervormers gezet, lees hier:
http://www.dewoesteweg.nl/vraag-antwoor ... -zondag-7/Hier staat ook die preek van Comrie over HC zondag 7 tussen, mocht u dit evt. na willen lezen. Verder heb ik de leugenleer van ds. Roos, van ds. Mallan, van ds. Moerkerken...etc al zo meningmaal weerlegd. Voor hen die ze nog niet kennen, volgen hier de links naar deze weerleggingen. Lees en herlees het, met uw Bijbel ernaast.
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... kerken.pdfhttp://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... gelium.pdfhttp://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... rmatie.pdfhttp://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... kering.pdfDs. J. Roos: Het geloof is dus de gave van Gods Geest of wel de wedergeboorte in engere zin, ook wel genoemd de habitus of hebbelijkheid. Hoewel het geloofsvermogen niet onvolkomen is, moet dit door de oefeningen en onderwijzingen van Gods Geest wel tot geloven tot de dadelijkheid (actus) komen. We kunnen vanzelf niet alles citeren wat Comrie in deze bijzondere preek over Zondag 7 heeft geschreven, doch laat het genoeg zijn om te weten hoe belangrijk dit leerstuk is dat handelt over het verschil tussen geloof en geloven. Hoewel Comrie om deze leervoorstelling door velen is verguisd, en die voorstelling door ds. Kort smalend de embryotheologie wordt genoemd, wordt Comrie bij Gods ware volk hoog gewaardeerd om zijn Bijbelse leer practicale verklaring van het geloofsleven. We weten hoe onze geliefde leermeester F. Mallan altijd met hoogachting over sprak en schreef, en de gemeenten opriep om zijn geschriften te lezen. Als hij geweten zou hebben hoe ds. Kort leraars zoals Comrie, Kersten en Steenblok in hun leer over de wedergeboorte veroordeelt, hij zou zeker niet gezwegen hebben. Hij hoeft ook niet meer te strijden, omdat hij de strijd te boven mag zijn. De Heere Zelf zal Zijn waarheid bevestigen.
DJK : Dominee Roos leert vanuit Comries' embryoleer een evangelie dat naar de mens is, terwijl de apostel een evangelie leerde dat NIET naar de mens is, Gal. 1:11. Het zaad dat in de aarde valt en niet eerst sterft zal verrotten, verstikken of verdorren, maar nooit gaan leven en vrucht dragen, Joh. 12:24, Markus 4:1-20, Rom. 6:7. Wezenlijk leert dominee Roos alleen de geestelijke opstanding, en loochent hij de geestelijke kruisdood met Christus die aan de opstanding met Hem uit het graf der zonden voorafgaat. Ik vraag me daarom welke 'kinderen Gods' er dan zo gezegend zijn geworden onder de leer van Comrie, Kersten, Steenblok, Mallan, Vergunst, Moerkerken, en J. Roos. Deze valse leer is uiteindelijk de heimelijke en stiekeme bekering van de vele waangelovigen in zijn kerkverband geworden. Deze vermeende kinderen Gods (God kent alleen ons hart) moesten hun zaak maar eens ernstig gaan onderzoeken, want het gaat wel op een nimmereindigende eeuwigheid aan. Het is een zielsmisleidende heilsleer die niet verkwikt of vertroost, maar eerder bedroefd en duisternis baart. Een leer die aanzet tot werken en verbeteringen, een leer die de dienstbare honden in vrijheid preekt buiten de weg van Gods heilige recht om, en Gods ware volk de troost gedurig doet ontberen. Het is ook een leer die indruist tegen de werkingen van God den Heilige Geest, vandaar dat er helaas zo weinig meer gebeurt. De Heere mocht nog een wederkeer willen geven naar Zijn Woord. Want ook ik sta mede schuldig aan deze dwalingen die ik jarenlang voor zoete koek heb gehouden, maar het bleken stenen voor broden en schorpioenen voor vissen. Wat is me dit tot schuld geworden. Ik wenste dat dit ook eens tot grote schuld mocht worden bij de voormannen van de afgescheiden kerken. Dan is het voorbij met de eer en aanzien die ze nu nog genieten, maar ik vrees weleens met ernstige vreze.... want, wanneer iemand na zoveel vermaningen nog niet wenst te horen kan het best zijn dat God hem in dit ontzaggelijke oordeel straks voor eeuwig laat omkomen. En dan het ergste van alles, net als de paus van Rome trekt ds. J. Roos velen met zich mee in dit oordeel. Ten laatste, toch kan ik het gedeeltelijk nog wel enigszins waarderen dat ds. J. Roos op het boek van ds. Kort wilde reageren. Het mocht zijn kerkvolk eens nieuwsgierig maken om het boek van ds. Kort ook te gaan lezen, en hen nopen tot onderzoek der Schriften. Het ware te wensen dat ze de Romeinen- en Galatenbrief eens biddend gingen lezen opdat de schellen van hun blinde ogen zouden vallen. Luther zegt dat elke christen deze zendbrieven uit zijn hoofd moest kennen, en de Statenvertalers zeggen in hun voorwoord dat in deze brieven de sleutelen verborgen liggen tot het recht verstaan van de ganse Heilige Schrift. Het is door de eeuwen heen telkens gebleken dat we door de ketters onze belijdenisgeschriften ontvingen. Zo ook met het boek van ds. Kort dat uit nood geboren is. Lees ook mijn weerleggingen aangaande het on-Bijbelse onderwijs van zijn 'befaamde leermeester', waarover J. Mastenbroek nu een boekje heeft uitgegeven. De spraakmakende titel van dit boekje over het leven en arbeid van ds. Mallan, is genaamd: Israels Wachter sluimert niet...!! Trek na het lezen van deze weerleggingen zelf uw conclusie.
Over de wedergeboorte:
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... boorte.pdfOver de rechtvaardiging van eeuwigheid:
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... igheid.pdfOver de zuivere leer:
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... vers-1.pdfOver leven voor de rechtvaardigmaking:
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... ristus.pdf ---------------------------------------------------------------------------
Maarten Luther over de wedergeboorte Het Evangelie slaat alles neer wat iets kan doen, uit bloed, vlees, natuur, verstand, kennis, lering, wet, vrije wil, met al hun krachten, zodat niemand door zijn leringen, werken, kennis en vrije wil zo vermetel zou zijn iemand te helpen of iemand te laten helpen tot het Koninkrijk van God. Dat echter dit alles verworpen wordt en iedereen naar de geboorte uit God zou trachten. (…) In deze zaak houdt ieder maar wat hij wil, wanneer hij alleen maar weet dat het allemaal geheel nutteloos is en geen goed doet wat buiten de geboorte uit God is. Want als het iets nuttigs geweest zou zijn dan had de evangelist, omdat hijzelf zo nauwkeurig zoekt, dat zonder twijfel naast de geboorte uit God geplaatst en die Goddelijke geboorte niet alléén geprezen hebben. Kirchenpostille 1522, 10.1.1, 231, 1-16.
Daarom moet u weten dat de Goddelijke geboorte niets anders is dan het geloof! Hoe gaat dat dan toe? Hierboven is gezegd dat het Licht van de genade het natuurlijke licht van het verstand bestrijdt en verblindt. Wanneer dan nu het Evangelie komt en het Licht van de genade verkondigt, dat een mens niet doen of leven mag naar zijn eigen inzichten, maar zijn natuurlijke licht verworpen, gedood, en ondergegaan moet zijn…, wanneer de mens dit getuigenis aanneemt en dát volgt: zijn licht en zijn mening overgeeft, graag een dwaas wil zijn, en zich wil laten leiden, onderwijzen en verlichten, zie, zo wordt hij in zijn voornaamste deel, dat is, in zijn natuurlijk licht verandert. Dan gaat het oude licht onder en gaat een nieuw licht op, namelijk het geloof. Dat volgt hij na in leven en sterven, hangt alleen aan het getuigenis van Johannes of het Evangelie. Hij zal alles daarom verlaten wat hijzelf heeft of kan doen. Zie, zo is hij nieuw geboren uit God door het Evangelie waar hij in blijft, en laat zijn eigen licht en eigen verwaandheid varen. Zoals Paulus zegt: Ik heb u in Christus door het Evangelie voortgebracht (1 Korinthe 4:15). Of Jakobus: Hij heeft ons gebaard naar Zijn wil, door het Woord der Waarheid, opdat wij eerstelingen Zijner schepselen zouden zijn (Jakobus 1:18). Vandaar dat de Petrus ons ‘nieuw geboren kindertjes van God’ noemt (vgl. 1 Petrus 2:2). Daarom wordt het Evangelie de baarmoeder (uterus) van God genoemd, dat Hij ons daarin ontvangt, draagt en baart, zoals een vrouw een kind in haar baarmoeder ontvangt, draagt en baart, zoals ook Jesaja zegt: Hoort naar mij gij overgebleven arm volkje van Jakob, die ik draag in mijn schoot (vgl. Jesaja 46:1). Kirchenpostille 1522, 10.1.1, 231, 16 – 232, 16.
Zie, wanneer nu het licht, verstand en de oude verwaandheid gedood is, duisternis is, en in een nieuw licht verandert wordt. Dan moet ook volgen dat het hele leven en alle vermogens van de mens veranderd worden. Want waar het verstand ondergaat, dan gaat de wil er achteraan; waar de wil ondergaat daar gaat de liefde en lust er achteraan. En zo moet de gehele mens in het Evangelie ‘kruipen’ en daar nieuw worden, en de oude huid uittrekken; zoals de slang doet, wanneer haar huid oud wordt zoekt ze een nauwe speet in de steenrots, daar kruipt zij doorheen en stroopt haar huid af en laat die buiten voor het gat liggen. Zo moet de mens ook in het Evangelie en Gods Woord zich begeven en getroost de beloften vertrouwen. Hij zal niet liegen! Zo trekt hij zijn oude huid af, laat zijn licht buiten, zijn verwaandheid, zijn wil, zijn liefde, zijn lust, zijn verstand, zijn werken en wordt zo een geheel andere en nieuwe mens, die alle dingen anders ziet dan voorheen. Die anders inziet, anders oordeelt, anders denkt, anders wil, anders spreekt, anders liefheeft, anders verlangt, anders werkt en loopt als voorheen. Hij kan daarna alle standen en werken van alle mensen onderscheiden, of zij goed of slecht zijn, zoals de heilige Paulus zegt: Maar de geestelijk mens onderscheid alle dingen en wordt door niemand onderscheiden (1 Korinthe 2:15). Dan ziet hij duidelijk wat voor grote dwazen allen zijn die met werken vroom willen worden. Daar geeft hij dan geen cent meer voor alle geestelijken, monniken, bisschoppen, paus, tonsuur, pijen, kappen, rookwerk, klokken luiden, kaarsen branden, zingen, orgelspelen, bidden en hun hele uiterlijke bestaan. Hij ziet nu, hoe dat alles enkel afgoderij en dwaas gehuichel is, juist zoals het volk Israël de Baäl, Astaroth, en het gouden kalf in de woestijn aanbeden hebben (Exodus 32, 1 vv), wat zij voor een kostelijke zaak hielden door hun oude licht van hun eigenzinnige en verwaande verstand. Kirchenpostille 1522, 10.1.1, 233, 7 – 234, 11.
Hieruit ziet u nu duidelijk dat om kinderen Gods te worden – uit God geboren te zijn – geen bloedverwantschap, geen vriendschap, geen geboden, geen leringen, geen verstand, geen vrije wil, geen goede werken, geen goed leven, geen Kartuizer orde, geen geestelijke stand – al zou die de engelen gelijk zijn – nuttig of behulpzaam zal zijn, ja, alleen maar hinderlijk is. Want waar het verstand niet reeds tevoren vernieuwd en in dit bestaan als een goed gereedschap is, valt het verstand er op aan, verhardt en verblindt zich daarin, zodat het nooit meer – of zeer moeilijk – hiervan te verlossen is, en meent dat haar bestaan en stand rechtvaardig en goed is. Zij is razend en woedend tegen allen, die dit bestaan verachten en verwerpen. Op deze wijze moet de oude mens blijven. God en Zijn genade – Christus en Zijn Licht – vijandig, moet Johannes – Christus’ getuige – het hoofd afgeslagen worden en mensenleringen daarvoor in de plaats opgericht. Zoals nu in het pauselijke en geestelijke bestaan het spel met volle pracht en macht doorgaat. Waar zij allen tezamen niets van deze Goddelijke geboorte weten, lallen en brallen met hun leringen en geboden van verschillende werken, waarmee zij genade willen ontvangen, maar zij steken nog steeds in hun oude huid. Dit zal echter waar blijven, wat de apostel gezegd heeft: Niet uit bloed, niet uit de wil van het vlees of de man, maar uit God geschiedt deze geboorte (vgl. Johannes 1:13 ), er moet gewanhoopt worden aan onze wil, werken en leven, omdat die door het valse, eigenzinnige, zelfzuchtige licht van het verstand vergiftigd zijn. Voor alle dingen moet men de stem en het getuigenis van Johannes de doper horen en zijn geloof navolgen. Dan zal het Licht – Christus – ons verlichten, nieuw maken en macht geven om kinderen van God te worden. Daarom is Hij gekomen en mens geworden! Kirchenpostille 1522, 10.1.1, 234, 11 – 235, 14.
--------------------------------------------------------------
Van der Groe over de wedergeboorte:
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... zonden.pdf