Over gemene genade

Posted by admin | | dinsdag 17 februari 2009 3:50 pm

Brief in pdf :   klik hier

 

Brief aan een ds. uit de  HHK over gemene genade

Voorwoord – DJK :  Deze brief kregen wij enige tijd geleden per mail toegezonden, van een goede bevriende kennis ergens uit het midden des lands. Normaliter is het niet onze gewoonte om een verzonden brief anoniem te plaatsen, maar vanwege de lezenswaardige inhoud van deze brief, heb ik toch besloten om deze brief te willen plaatsen.
 
 
Geachte ds. NN,
 
Ik zal proberen mijn bescheiden mening over “gemene genade” weer te geven en op papier te zetten. Dit is dus mijn mening, en wil dus niet zeggen dat ik dit persoonlijk allemaal ken en beleefd heb, helaas. Het is soms wel eens m’n begeerte. Dit vooraf.
 
Ds. Koster van Montfoort moest eens een ring-predikant toespreken die net z’n intreepreek had gedaan. In die intreepreek had die predikant gezegd dat alle mensen zalig zouden worden,(Algemene verzoening). In zijn toespraak tot die predikant zei ds. Koster: “Ik ben het helemaal met u eens, dat alle mensen zalig zullen worden, maar met één groot onderscheid: alle mensen worden zalig, maar de één wordt gelukzalig en de ander wordt rampzalig.” Daar moest ik aan denken toen ik over Gemene en Bijzondere genade dacht.
Genade hebben alle mensen zonder onderscheid, zolang ze leven, werken, slapen, eten etc…
 
Bijzondere genade echter ontvangt iedere uitverkorene en deze bijzondere genade onderscheidt zich van alle andere genadens door “de vereniging met Christus”. In dit verband zegt Philpot in zijn boekje : ”Wat is het dat de zondaar zalig maakt”.
Ën daarom hebben alle twijfelingen en vrezen, alle overtuigingen van zonde, alle bittere ontdekkingen van inwendige vuilheid, alle vreselijke aanschouwingen van God in het licht van een verbroken wet, alle klachten, zuchten, tranen, alle neerslachtige stemmingen en sombere voorgevoelens van de dood en het oordeel die niet leiden tot en die niet eindigen in een bekendgemaakte zaligheid en een geopenbaarde Christus, vóór een mens z’n ogen sluit bij de dood, niets meer te maken met godsdienst dan het rammelen van de ketenen van een gek of de huilende razernij van een waanzinnige” Ja, zeggen de mensen, Philpot, z’n naam zegt het al: hij heeft voor iedere pot een pil,maar deze pil past tegenwoordig niet in ieders pot. Want veelal maakt men van deze bovengenoemde dingen de levendmaking. Volgens mij moeten we onderscheid maken tussen gemene genade en gemene gaven. De gemene gaven zijn gaven van God de Heilige Geest en zijn veelal ambtelijk. Deze gaven zien we in Bileam. Hij zag een Ster (Christus) opgaan in Jacob en Bileam profeteerde daarvan maar eindigde zijn leven bij Balak. Saul kreeg een ander hart en hij was onder de profeten maar doodde zich zelf. Achitofel, David noemt hem:”m’n Leidsman”, heeft jarenlang met Gods Volk geleefd die hem hielden voor een godzalig mens, en hij verhing zich. Simon Machis geloofde ook zelf en werd door een godzalige Dienstknecht van Christus gedoopt, doch hij was een gans bittere gal en samenknoping van ongerechtigheid. Annanias en Saphira waren lid van die Doorluchte Pinksterkerk in een tijd dat “niemand zich bij hen durfde voegen”, en ze vielen met gemene genade dood aan de voeten van Petrus.
 
Deze bovenstaande voorbeelden zijn met zeer vele anderen uit te breiden, ook uit de verdere kerkgeschiedenis (zie ook de afgescheiden ds.Buddding: wonderen gedaan en massa’s kinderen Gods gingen hem horen. Ten laatste logende hij de godheid van Christus!!!!!!!!!!)
 
Dan de gemene genade:
Deze gemene genade gaat altijd aan de vereniging met Christus vooraf. Ik heb in de hele Bijbel nooit één echte bekering gelezen die halverwege is blijven steken. Ja, de vrouw van Lot, maar dat was ook geen zaligmakende bekering.
 
De dwaze maagden gingen uit De Bruidegom tegemoet. Ze hadden niet alleen lampen (uitwendige belijdenis), maar ze hadden brandende lampen met olie . Ze zijn nooit door de wijze maagden verdacht. Ze hadden echter geen olie in hun vaten. Ze klopten op de hemelpoort maar ze kwamen in de buitenste duisternis.
                                                                                                             
De man zonder bruiloftskleed. (Dit bruiloftskleed zegt de kanttekening is Christus en Zijn gerechtigheid aangenomen door een Waar Geloof en door de Liefde werkende). Deze man kwam tot in de bruiloftszaal waar hij op de vraag van de Koning:”Vriend, hoe zijt gij hier ingekomen geen bruiloftskleed aan hebbende”,verstomde. Hij had een prachtige bekeringsgeschiedenis kunnen vertellen, maar daar vroeg de Koning niet naar, Die vroeg naar “HET BRUILOFTSKLEED”.
 
Shephard zegt: Een mens(met gemene Genade) kan bidden als een engel, prediken als een apostel en……het hart van een duivel hebben,(Judas). Hij kan op een bijzondere wijze  begaafd en verlicht zijn door de Heilige Geest, zodat hij een pilaar in de kerk kan zijn en toch maar een verdoemde huichelaar wezen Thomas Boston (Viervoudige Staat,12 afkappingen) zegt bij de 11e (dan zijn er dus al 10 geweest) afkapping: “Hij wil niet komen, omdat hem een bruiloftskleed ontbreekt, hoewel hij zeer druk bezig is om er één gereed te maken. Dit is een droevig werk en daarom moet hij nog dieper slag hebben anders is hij bedorven. Deze slag wordt hem gegeven in derzelver aanzettende kracht”. Pas bij de 12e slag wordt hij afgekapt van de oude stam en gaat dadelijk over in Christus.
 
“Zo doe Hij ook aan ons, zo doe Hij ook aan mij”.
 
Shephard zegt dat waar het onderscheid tussen zaligmakende genade en gemene genade niet voortdurend gepreekt en verkondigd wordt en niet voortdurend op het hart en het geweten van de hoorders wordt gebonden, daar gaan hele Parochiën voor eeuwig verloren en die Leraar, als hij zelf zaligmakende genade heeft ontvangen, zal behouden worden,als door vuur, maar…..z’n hoorders zullen jammerlijk vergaan.
Zijn werken zullen bevonden worden te zijn:hout, hooi, en stoppelen en die zullen verbranden, u haalde dat gisteren nog aan in uw preek, maar volgens mij zijn deze dingen bij u zo weinig een thema, het komt niet op de voorgrond, het leeft niet, zoals dat in de prediking van Christus wel vele, vele malen het geval was:
B.v.  Verloren zoon           —-        oudste zoon
         Wijze bouwer           —-        dwaze bouwer
        Wijze maagden         —-         dwaze maagden
        Weltoebereide aarde —-         steenachtige plaatsen
 
etc.etc.etc.
 
Heel de prediking van Christus was ontzaggelijk separerend, voor alle goddelozen,vroom of onvroom, en voor alle huichelaars vreselijk  en voor het armste en kleinste Kind van God vertroostend en bemoedigend. Het zal zijn hoofd niet breken, maar het zal weldadigheid voor hem zijn..
In bijna niet één preek meer hoor je nog het onderscheid tussen gemene en zaligmakende genade .Waar hoor je nog eens dat de mensen aangespoord worden om te lezen in :”De Toetsteen” of “De bijna-christen ontdekt” of de notulen van de Dordtse Synode .In welke kerkbode (Ik lees er vijf) lees je hier nog over. En als er toch ooit een tijd is geweest waarin onderscheidend en separerend gepreekt behoorde te worden dan is het toch wel nu, in deze zeer donkere en verwarde tijd. Waarin men geen onderscheid meer weet tussen de linker en de rechterhand en tussen gemene en zaligmakende genade. U zette gisteren de mensen aan om hun geweten te gaan onderzoeken en doorzoeken, maar waarom zet u de mensen niet aan om de werken van onze vaderen te onderzoeken. Als er een preek gelezen wordt, zoals ik vorig jaar een keer meemaakte, is het n.b. een preek van deze tijd, waarom niet van Gray, Erskines of Shephard enz… De mensen moesten vorige week hun kamer opruimen, vooral de jeugd. Op de parkeerplaats zag ik vele voldane gezichten waar niet één verkeerde C.D. of fout boek meer te vinden was. Ik zag ze denken:”Zie mijn ijver aan voor de Heere”. Nooit in m’n leven heb ik een mens gezien die  door werken van zijn werken moe geworden was en er mee gestopt is.
                                                                                                                                
Nee, juist niet, men wordt er door gestijfd en werkt tot men er bij neer valt en gaan levendig ter helle. De apostelen zeiden:”Geloofd in den Heere Jezus Christus en Gij zult zalig worden. Abraham geloofde God en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend. Hun geloof heeft hen behouden en niet hun werken. Maria werd geprezen, en Martha bestraft.
 
Shephard zegt: De leeraars moeten voordurend roepen zoals de wachter: “Vuur, Vuur, Dood, Dood, Hel, Hel en Verdoemenis, Verdoemenis. Een vervanger van u preekte pas over Openb.3 de brief aan Laodicea. Het begin liet hij helemaal in z’n preek weg:Ïk weet uwe werken, dat gij noch koud zijt, noch heet: och, of gij koud waart of heet! Zo dan,omdat gij lauw zijt en noch koud noch heet, Ik zal u uit mijne mond spuwen! Dit werd in de preek niet meer genoemd!!!!!
Ik hoop niet dat u het me al te kwalijk zult nemen dat ik een beetje persoonlijk geworden ben, maar ik zeg het niet als verwijt maar uit liefde en achting voor u.
U weet toch zeer wel dat de Heere het bloed van de hoorders van uw hand zal eisen. U zult misschien tegen me zeggen dat Christus tot Zijn dienaars zeide het onkruid te laten staan en het niet uit te trekken. Het is wel. Maar Hij heeft niet gezegd dat die Dienaars het onkruid niet moesten aanwijzen: Zegt den rechtvaardige dat het hem wel zal gaan, en de goddeloze (al heeft hij nog zo veel gemene genade) het zal hem zeer kwalijk gaan.
Ik maakte eens in Garderen een begrafenis mee van een kennis van ons. Die vrouw was van huis uit met een lichte godsdienst op gevoed. Later in Garderen terecht gekomen, ‘k heb wel eens wat geprobeerd, maar ze begreep niet echt waar het over ging. Toen kreeg ze de boodschap dat ze kanker had en dat ongeneeslijk. Vanaf dat moment was ze ernstig met deze dingen bezig, hoewel ik ze helaas nooit meer gesproken heb. Maar op de begrafenis zei de dominee, dat ze er dag en nacht mee bezig was geweest omdat ze moest sterven. Hij zei erbij: “Dat heb je niet van jezelf, dus……. Geen enkele waarschuwing voor de familie en omstanders. Ik dacht (zonder over die vrouw te oordelen) : Precies, dat heb je niet van jezelf, neen, maar er zijn duizenden dingen die je niet van jezelf hebt, want gemene genade heb je niet van jezelf, maar het zal er maar op aan komen of je jezelf verloren hebt of je je doemvonnis hebt leren omhelzen en of je Hem hebt mogen ontvangen tot je eigendom,  want onze koning is van Israels God gegeven, zingt de Kerk.
 
Ik zou toch zo graag willen dat in uw zo doorwrochte preken dit thema, dit onderbelichte thema, eens mocht gaan strijden met het thema van de verzoening door voldoening om de voorrang! Ik weet dat er hier of daar nog wel een enkeling is die hetzelfde zou wensen,ja met vurig verlangen.
 
Ik vraag u verschoning voor de soms duistere dingen die ik schreef, ik kan nl. moeilijk m’n gevoelens uiten, slechts zeer gebrekkig. Dominee, ik ga er mee stoppen. Ik hoop dat u mijn gevoelens een klein beetje kunt volgen en mij begrepen hebt.
 
 
Ontvangt met uw gezin de hartelijke groeten van,
 
 
N.N.