H. Bullinger (1504 – 1575) opvolger van Zwingli, te Zurich
Heinrich Bullinger, een geheel eigen theoloog
Prof. dr. H. J. Selderhuis
Het is het vertrouwde beeld van internationale congressen. Oudgedienden ontmoeten en omarmen elkaar weer, wetend dat ze zelf bijna kerkgeschiedenis zijn en tegelijk worden ze met bewondering behandeld en bekeken door de generatie na hen. Die generatie onderzoekers ziet elkaar vaker omdat er meer georganiseerd en meer gereisd wordt dan voorheen. En daaronder zit dan de groep nieuwkomers, van wie enkelen tot de blijvers zullen behoren; maar een deel zal ook weer snel uit beeld verdwijnen. En dat alles in een stad die zelf vol van geschiedenis is. Zürich, stad van geld en stad van Zwingli, is deze week even de stad van Heinrich Bullinger (1504-1575). Dat was hij eigenlijk al heel lang, maar het was de meeste mensen niet zo bekend. Bullinger was een man met een grote baard, iemand die heel veel brieven schreef. En die bij de volgelingen van de synode van Dordrecht op z’n zachtst gezegd een beetje verdacht was, omdat de remonstranten zich op hem beriepen. En, omdat de refo’s het wonnen van de remo’s, moest men met Bullinger een beetje voorzichtig zijn. Dacht men. Maar er viel niet veel te vrezen, want Bullinger was slechts de opvolger van Zwingli. Geen echte reformator dus.
Die last heeft men als titel van een tentoonstelling over Heinrich Bullinger meegegeven: De opvolger. Bullinger was om twee dingen bekend. Hij was de man die na Zwingli kwam en hij was de uitvinder van de verbondstheologie. Het congres dat deze week in Zurich wordt gehouden, zal in ieder geval met deze twee gedachten afrekenen. Dat is ook de truc van de titel van deze tentoonstelling, want wie deze eenmaal gezien heeft, komt er wel achter dat Bullinger een geheel eigen theoloog is, die kerkelijk een heel eigen positie innam. Het congres zal de gedachte van de tentoonstelling dan wel wetenschappelijk onderbouwen. Dat geldt ook van de verbondstheologie. Inmiddels is wel duidelijk dat het verbond bij Bullinger lang niet zo’n grote plaats inneemt als lang verondersteld en gepropageerd is. Dat laatste vooral door degenen die graag een tegenstelling tussen Bullinger en Calvijn organiseerden: Calvijn de man van de ’enge’ predestinatie en Bullinger de man van het ruime verbond. Bullingers geluk -en dat van theologie en kerkgeschiedenis- is dat er een jaar kwam waarin zijn 500e geboorte gevierd kon worden. En zijn geluk was ook dat dit jaar valt in een tijd waarin er ook een toeristisch en economisch belang is bij zulke herdenkingen, en natuurlijk dat er een actief team van mensen is dat een groot internationaal congres aan deze man wil wijden.
De voorbereidingen hebben twee jaar geduurd en werden gestuurd vanuit het Institut fur Schweizerische Reformationsgeschichte. De directeur van dit instituut, prof. Emidio Campi, was woensdag de eerste spreker op het congres. Hij gaf een overzicht van het onderzoek naar Bullinger. In feite was het aanvankelijk een triest verhaal, want hij moest berichten hoe weinig onderzoek er naar Bullinger gedaan was, juist omdat men ervan uitging dat hij niet veel te bieden had. Toch had Campi’s verhaal een ”happy end”, want hij kon melding maken van nieuwe, grondige boeken die nog maar een paar weken uit zijn en van ander onderzoek dat gaande is. Bullinger krijgt steeds meer de eigen plaats die hem toekomt. De kunst is dan wel om hem die eigen plaats ook te laten. Prof. Irena Backus, die zoals gebruikelijk de
toehoorders weer verraste met haar imponerende kennis, belichtte de relatie tussen Bullinger en het humanisme. De meeste reformatoren waren humanisten en dat geldt dus ook voor Bullinger, maar de vraag is of Bullinger alleen de methode van Erasmus gebruikte of ook een deel van zijn inhoud. Backus gaf een voorlopig oordeel en stimuleerde daarmee verder onderzoek naar deze vraag.
De hoogleraar geschiedenis van de universiteit van Princeton, Anthony Grafton, is eveneens iemand die een luisteraar met eigen gebrek aan kennis kan confronteren. Grafton wees op de bijzondere wijze waarop Bullinger met geschiedenis omgaat en hoe zorgvuldig de reformator onderzocht wanneer de grote gebeurtenissen, waaronder de Olympische Spelen, hadden plaatsgevonden. Bullinger gebruikte deze feiten om een beeld te krijgen van Gods hand in de wereldgeschiedenis, maar ook uit een persoonlijk interesse naar wat zich in de loop van de tijd allemaal heeft afgespeeld. De blik heeft Bullinger daarbij altijd op de toekomst en zijn bezig zijn met geschiedenis staat in het teken van de verwachting van Christus’ nabije wederkomst. Bullinger een eigen plaats laten wordt moeilijk als men hem graag voor een bepaalde hedendaagse boodschap zou willen gebruiken. Dr. Lukas Vischer (Genève), bekend vanwege zijn activiteiten op internationaal oecumenisch gebied, sloot de eerste dag van het congres af met een toespraak over gereformeerd zijn donderdag. Hij gebruikte daarvoor Bullingers spreken over het verbond. Volgens hem hebben Bullinger en andere reformatoren de boodschap van het Evangelie te veel versmald tot een boodschap van heil voor de mens. De aandacht voor de schepping is daarbij, aldus Vischer, tekort gekomen – en zo eindigde de spreker in een preekachtig verhaal tegen geweld en voor het milieu. Zo probeerde hij Bullinger actueel te maken voor donderdag, maar dat kwam, blijkens de reacties van de aanwezigen, niet goed over. Bullinger moet te veel verbogen worden om hem in de boodschap van Vischer te passen. Hopelijk krijgt de reformator deze week een nieuwe kans gewoon zichzelf te zijn.
Bron : Refdag.nl