Caspar Olevianus (1536 – 1587) Duits reformator, gestudeerd in Geneve en mede-opsteller van de Heidelberger Catechismus
Jeugdjaren
Caspar Olevianus is 10 augustus 1536 te Trier geboren in het Wittlicher Haus, op de gracht bij de Markt. Het Christendom werd in deze stad reeds in de tweede eeuw aangetroffen. In de tijd waarin Olevianus geboren is was Trier een bolwerk van Rooms-Katholicisme. Zijn vader heette Gerhard van Olewig en oefende het beroep van bakker uit. Olewig is een klein dorpje ten Zuid-Oosten van Trier. Zijn moeder Anna Sinzig stamt uit een slagersfamilie. Caspar had twee broers Matthias en Frederik, die respectievelijk goudsmid en arts zijn geworden. In de kerk van de H. Laurentius werd hij gedoopt. Achtereenvolgens werden door hem de Sanct Laurentius, Sanct Simeon, de Domschool en het Collegium van Sanct German bezocht. In de laatste instelling kwam hij in aanraking met een priester wiens onderwijs een levenslange indruk op Caspar heeft nagelaten. Hij sprak met de jonge man over de verzoeningsdood van Christus als de enige troost in leven en sterven.
Studie in het buitenland
Toen Caspar bijna 14 jaar oud was werd hij door zijn ouders voor verdere opleiding naar Parijs gestuurd. Hij werd oefende zich daar in de humanistische studiën en bezocht vervolgens de
rechtsfaculteiten van Orleans en Bourges. In deze Franse steden had de Reformatie reeds veel aanhangers en zijn hart werd er voor de leer van Reformatie ingewonnen. Tijdens zijn verblijf in Bourges vond een definitieve omkeer in zijn leven plaats. Tijdens een boottocht met studenten op de rivier sloeg de boot om door overmoedig gedrag. Hij kwam vast te zitten in de modderige bodem en werd ternauwernood gered. In deze angstige ogenblikken beloofde hij God, wanneer Deze zijn leven zou sparen, dit in Zijn dienst te besteden. Op 6 juni 1557 promoveerde hij tot doctor in de rechten. Zo keerde hij als jurist naar Trier terug.
Aan het werk in zijn geboortestad
Hij werd hier door de reformatorisch gezinde leden van de raad aangesteld tot leraar en moest de jeugd onderwijzen in de “Dialectiek” van Melanchthon. Vanuit dit boekwerk kreeg hij alle gelegenheid onder de jongeren te evangeliseren. Een maand na zijn aanstelling nodigde hij de alle burgers van Trier uit om op Laurentiusdag een preek van hem te beluisteren in het gebouw waar hij gewoonlijk zijn onderwijs gaf. Dit bracht heel wat opschudding te weeg. Het Rooms-Katholieke gedeelte van de stadsraad wilde Olevianus dit verbieden, maar een meerderheid, die het gevoelen van de Reformatie was toegedaan, zorgde er voor dat Olevianus voort kon gaan met preken in de kerk van het St. Jakobushospitaal. Hierdoor kwam een beweging op gang, die de bevolking van de stad steeds meer Reformatorisch gezind deed zijn. Uiteindelijk is dit uitgelopen op een tegenactie van de Rooms Katholieke keurvorst waaronder de stad viel. De reformatie te Trier werd na verloop van tijd gewelddadig onderdrukt. Caspar belande hierbij in de gevangenis. Op voorspraak van de keurvorst Frederik III van de Palts werd hij echter naar verloop van tijd vrijgelaten. In 1560 wordt Olevianus door hem naar Heidelberg gehaald. Caspar begon zijn werk in Heidelberg in een hospitium voor studenten, het Collegium Sapientiae. Al spoedig vielen zijn bijzondere organisatorische talenten op en treffen we hem aan in een leidinggevende positie in de kerk van de Palts.
De tijd in Heidelberg
In Heidelberg heeft Caspar Olevianus naast Zacharias Ursinus een bijdrage mogen leveren aan de tot stand koming van de Heidelberger Catechismus. Vooral in de eindredactie van de tekst van dit belijdenisgeschrift heeft Olevianus een groot aandeel gehad. Het is echter niet mogelijk het preciese aandeel van Olevianus in dit werk concreet vast te stellen. Naast de voorontwerpen van Ursinus hebben reeds bestaande catechismus boekjes die in gebruik waren te Zürich, Genève, Emden, Londen en Straatsburg tot voorbeeld gediend. In de eerste uitgave kwamen nog geen genummerde vragen voor. De veelomstreden vraag en antwoord 80 ontbraken. De keurvorst besloot o.a. naar aanleiding van het Concilie van Trente een vraag en antwoord te laten opnemen over het verschil tussen het H. Avondmaal en de Paapse Mis. In de 2e editie wordt hierover een kort antwoord aangetroffen, terwijl in de 3e editie de tekst zijn definitieve vorm heeft gekregen.
Restauratie van het Lutheranisme
Na het sterven van Frederik III, de Vrome, vinden in Heidelberg grote veranderingen plaats. De keurvorst die zich steeds sterk had gemaakt voor het Gereformeerde belijden werd opgevolgd door zijn Lutherse zoon Lodewijk VI. Het kwam tot een restauratie van het vroegere Lutheranisme in de Palts. Olevianus werd van al zijn functies ontheven, van kansel en katheder geweerd en veroordeeld tot stadsarrest. De kerkgebouwen werden aan de Gereformeerden ontnomen.
De tijd in Berleburg
In deze moeilijke omstandigheden sprong een dienaar van Frederik III, de Graaf von Wittgenstein, voor Olevianus in de bres. Hij zorgde er voor dat deze zijn vrijheid herkreeg. De Graaf nam Olevianus in zijn dienst en stuurde hem naar zijn stamslot Berleburg. Ook de graaf zelf vertrok daarheen. Ook in Berleburg heeft Olevianus veel voor de zaak van de Gereformeerde reformatie betekend. Spoedig had hij goede relaties met de kerken langs de Lahn, in Nassau, Solms en Wied. Graaf Johan van Nassau, de oudste broer van Willem van Oranje waardeerde hem zeer.
In 1577 werd de Heidelberger Catechismus ook te Berleburg ingevoerd.
In 1578 verschijnt van de hand van Olevianus een commentaar op de brief aan de Galaten.
In 1579 volgt zijn uitleg op de brief aan de Romeinen.
In 1580 volgen de verklaringen oip de brieven aan de Philippenzen en de Kollossenzen.
Telkens zijn ze voorzien van een voorrede geschreven door Beza. Ook verschenen van de hand van de auteur een tweedelig werk:
1. Van het wezen van het genadeverbond tussen God en de uitverkorenen.
2. Van de middelen, waardoor ons dit wezen wordt meegedeeld.
Deze laatste twee delen vormen zijn bekendste werk. Hij is hierdoor de grondlegger van de foedraaltheologie geworden.
De tijd te Herborn
In 1584 verhuisde Olevianus naar Herborn. Herborn werd het geestelijk brandpunt van het nieuwe gereformeerde kerkgebied. In 1585 is er in Herborn een hogeschool met 13 leerkrachten waar Olevianus schoolleider is. Hieruit groeide een volledige hogeschool met een gymnasium als basis. Ook werden door hem hier een drukkerij en boekhandel opgericht.
Zijn levenseinde
Op 25 januari 1587 moet Olevianus alle arbeid neerleggen. Hij had niet lang meer te leven.
Op 11 maart 1587 maakte hij zijn testament.
Op 15 maart 1587 komt het einde van zijn leven. Hij sterft omringt door vrienden en geestverwanten.
Jakobus Altsted stelde hem de vraag “Lieve broeder, gij zijt ongetwijfeld van uw zaligheid zeker, zoals gij anderen voortdurend geleerd hebt?”
En Olevianus mocht antwoorden: “Certissimus”. “Zo zeker als het maar mogelijk is!”
Dit waren zijn laatste woorden.
Olevianus ligt in de kerk te Herborn begraven.