Joh. Calvijn over het Wezen Gods en Zijn wonderlijke schepping

Posted by admin | | vrijdag 12 februari 2010 11:27 am

 

Brief van Calvijn aan Franciscus, den Koning van Frankrijk  :  klik hier

 

 

01. Dat de kennis van God en de kennis van onszelf ten nauwste aan elkander verbonden zijn en hoe zij onderling samenhangen

 

 

02. Wat het is – God te kennen, en waartoe die kennis dient.

 

 

03. Dat de kennis Gods van nature in de geest van de mensen is ingeplant

 

 

04. Dat die kennis deels door onwetendheid, deels door slechtheid of verstikt of verdorven wordt

 

 

05. Dat de kennis Gods schittert in de bouw van de wereld en in haar voortdurende besturing

 

 

06. Om tot God de Schepper te komen is de leiding en de onderwijzing van de Schrift nodig

 

 

07. Door welke getuigenis de Schrift moet worden bekrachtigd opdat haar gezag vast sta

 

 

08. Dat er, voldoend sterke bewijzen ter beschikking staan, om de geloofwaardigheid van de Schrift te staven

 

 

09. Dat de dweepzieken, die, met achterstelling van de Schrift, zich wenden tot openbaring

 

 

10. Dat de Schrift, om alle bijgeloof terecht te wijzen, uitsluitend de ware God stelt tegenover alle goden van de heidenen

 

 

11. Dat het zonde is aan God een zichtbare gedaante toe te kennen, en dat in het algemeen van de ware God afwijken

 

 

12. Dat God afgescheiden wordt van de afgoden, opdat Hij geheel en al alleen gediend worde

 

 

13. Dat van de schepping af in de Schriften een enig Wezen Gods geleerd wordt, hetwelk drie Personen in zich bevat

 

 

14. Dat ook bij de schepping van de wereld en van alle dingen de Schrift de ware God door gewisse tekenen onderscheidt

 

 

15. Hoedanig de mens geschapen is; waarin gesproken wordt over de vermogens van de ziel, het beeld Gods

 

 

16. Dat God door zijn kracht de door Hem geschapen wereld onderhoudt en beschermt

 

 

 

 

 

 

Bron : De institutie van Joh. Calvijn – deel I