Ds. W.J. Op ’t Hof – Nadere Reformatie nu!

Posted by admin | | donderdag 8 november 2012 6:05 am

Bron: refdagblad.nl

 

Dr. W. J. op ’t Hof, hersteld hervormd predikant te Urk en bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk, hield een referaat over ”Nadere Reformatie nu!”. 

Volgens hem is er een noodzaak tot nadere reformatie. „Kerkelijke activiteit is niet hetzelfde als geestelijk leven. Net als de nadere reformatoren van de zeventiende eeuw moet ook nu de strijd worden gevoerd tegen lauwheid en geesteloosheid. Het is echt tijd voor een nadere reformatie, ook in onze kerk die ‘hersteld hervormd’ heet. Is die kerk wel echt hersteld en is die wel echt hervormd?”  

Dr. Op ’t Hof vond de noodzaak van nadere reformatie duidelijk, maar waar te beginnen? Volgens de hoogleraar ligt dat begin in het leggen van een directe verbinding tussen het doen van belijdenis en de toegang tot het Avondmaal. Van nieuwe lidmaten mag best een persoonlijke wedergeboorte en een christelijke levenswandel worden gevraagd. 

De hoogleraar beseft dat zijn opvatting de vraag oproept of je als kerkenraad wel zo’n eis mag stellen bij de toegang tot de gemeente. „Het mag niet alleen, maar móet ook omdat in de Bijbel geloofsbelijdenis altijd verbonden is met de deelname aan het sacrament. De kennis van de leer is niet onbelangrijk, maar het gaat om het hart en de christelijke levenswandel. Wie lid wil worden van een kerk, zal eerst een persoonlijke geloofsbelijdenis moeten doen. Dat wordt belijdenis doen een echte geloofsbelijdenis in plaats van een leerbelijdenis. Hier ligt naar mijn stellige overtuiging het begin van een nadere reformatie,” aldus dr. Op ’t Hof.

 

——————————————————————————-

 

Commentaar – DJK : Ds. Op ’t Hof tekent omtrent dit punt één zeer Bijbelse lijn en volgorde. Hij is in behoudend kerkelijk Nederland inderdaad werkelijk één van de weinigen die zijn catechisanten adviseert pas belijdenis van hun geloof te doen wanneer zij waarlijk door een waar geschonken geloof in Jezus Christus tot zaligheid en vrede hebben mogen geloven. Het is inderdaad een heersende pest in Nederland geworden dat men van gedoopte kinderen verwacht dat zij rondom de huwbare leeftijd belijdenis van ‘hun geloof’ gaan doen. Gelijk men destijds, en nu nog steeds, commune deed bij Rome, zo doet men bij ons belijdenis. Wat maakt het ons uit!? Meestentijds heeft dit dus niets met geloof, maar alleen met geld en kerkelijke macht te maken. Want, hoe meer kerkleden….hoe meer men verzekerd is van vaste financiele inkomsten, en hoe meer macht de opzieners kunnen uitoefenen over de gewetens der zielen. Wie zal ons van deze kerkelijke troep verlossen? De vele dominees zijn op deze wijze verzekerd van hun inkomen, en men kan kerken van goud en prachtige orgels blijven bouwen. Er zijn inmiddels nu zoveel dominees en studenten, dat sommigen onder hen wellicht overwegen een WW uitkering aan te vragen!! De kerken zijn  een bedrijf  geworden. De PKN heeft inmiddels een detacheringsbureau geopend voor gemeenten die geen dominee meer kunnen betalen. Rome ten top gevoerd!!  Maar….toch blijft deze ogenschijnlijk rechtzinnige hoogleraar en dominee helaas nog steeds met één been in de roomse modder staan. Wat bedoel ik te zeggen?  Namelijk twee dingen:

Ten eerste, waarom dan ook niet pas dopen wanneer men een helder geloofsgetuigenis kan afleggen van zijn wedergeboorte, ofwel van zijn geestelijke kruisdood en opstanding, gelijk we veelvuldig bij de Handelingen der apostelen terug kunnen vinden? Gods Woord leert ons eerst de prediking des geloofs, dan het ontvangen van de Heilige Geest, Die het ware geloof (dat uit doding en levendmaking bestaat) in het hart werkt, plant of ontsteekt, het aannemen van de beloften Gods in Christus door dit geschonken geloof waardoor God deze zondaar rechtvaardigt en vrijmaakt, waarna de aanbidding in het hart overblijft. Laten wij terugkeren naar de eenvoud der Schriften, en de roomse kerktradities geheel achter ons laten. Laten we derhalve alleen nog maar spreken van een doop der gelovigen, en nooit meer van grootdoop of kinderdoop…!! Saulus Van Tarsen, de Moorman, het huis van Cornelius, de stokbewaarder en zijn huis…werden allen pas gedoopt NADAT zij geloofd hadden. Zou dit dan bij Lydia en haar huis niet zo zijn geweest…?? Door dit stellig te durven blijven beweren, druist u regelrecht in tegen de praktijk en analogie van de Heilige Schrift.

  • En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders? En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. (Hand. 2:37-38)
  • En alzo zij over weg reisden, kwamen zij aan een zeker water; en de kamerling zeide: Ziedaar water; wat verhindert mij gedoopt te worden? En Filippus zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd. En hij, antwoordende, zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij gebood den wagen stil te houden; en zij daalden beiden af in het water, zo Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. (Hand. 8:36-38)
  • Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den Heiligen Geest ontvangen hebben, gelijk als ook wij? (Hand. 10:47)
  • En de stokbewaarder nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen. En hij bracht hen in zijn huis, en zette hun de tafel voor, en verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was. (Hand. 16:33-34)

 

Ten tweede, laat dominee Op ’t Hof deze praktijk ook niet schuwen bij de werving, selectie en aannemen van nieuwe studenten aan zijn faculteit in de Godgeleerdheid aan de VU te Amsterdam. Want als hij aan de ene zijde de roomse waterkraan wenst dicht te draaien, maar anderzijds de toelatingskraan van vele onbekeerde (= ongelovige) studenten gewoon wagenwijd laat openstaan ….zeg mij dan eens, wat hij hiermee denkt te kunnen bereiken? Zeg mij ook eens eerlijk, hoeveel werk, eer en aanzien, er  voor hem aan de Vrije Universiteit zal overblijven wanneer men al de studenten die daar toegelaten worden zou toetsen en onderzoeken op een Goddelijke roeping, waarachtig geloof en bekering? Laat dominee Op ’t Hof niet proberen zichzelf hiervan te verschonen of zichzelf hieruit te praten door aan te geven dat hij hierin weinig of geheel geen invloed op heeft. Ook hierin zal ook hij eens verantwoording moeten afleggen. Ik vraag me af wat een grotere pest in de kerken is, de vele onbekeerde zielen die belijdenis van hun waangeloof gedaan hebben….of de vele onbekeerde (ongelovige) ambtsdragers in onze dagen. Lees hier hoe George Whitefield daarover dacht: “Onbekeerde voorgangers zijn de vloek van de christelijke kerk. Zoals God geen groter zegen aan een land of volk kan zenden dan door ze getrouwe, ernstige en oprechte dienaren te geven, zo is de grootste vloek die God mogelijk aan de mensen in deze wereld kan zenden, om ze over te geven aan blinde, onwedergeboren, vleselijke, lauwe en onervaren leidslieden. En toch ontdekken we dat er in alle eeuwen vele wolven in schaapsklederen zijn geweest, velen die pleisterden met loze kalk en die zachter dingen profeteerden dan God had toegestaan. En zoals het vroeger was, zo is het ook nu….!!”

 

Ten laatste hier nog een citaat van Jonathan Mitchell over zijn tijd van voorbereiding tot herder en leraar aan de voeten van Thomas Shepard: Vier jaar had hij tijdens zijn studie aan de Harvard universiteit gezeten onder het gehoor van Thomas Shepard en hij zei ervan: “Tenzij het vier jaren in de hemel geweest waren, anders zou ik niet weten, hoe ik meer reden zou hebben de Heere te loven dan over het wonder voor deze vier jaren”.  (bron)

DJK: Soms moet ik weleens denken aan die enkele jongemannen die werkelijk met een roeping tot het ambt worstelen en onder een geestelijke last gebukt gaan, geen weg meer wisten, niet konden wachten, eigen werk en Gods werk begonnen te mengen, en zich uiteindelijk maar hebben gezet aan de voeten van leraren van het HHK seminarie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zouden zij ook (net als Mitchell destijds) zes jaar in de hemel mogen zitten, of eerder gedurende zes jaar een geestelijke hel moeten doorstaan?

Daarnaast is het misschien toch wel goed, verhelderend en ontnuchterend om te weten en te beseffen dat ds. W. Van Vlastuin inmiddels onderzoeker geworden is bij VU in de sectie ‘dogmatiek en oecumenica’ en daarmee ook onderzoeker bij Xart, samen met rooms katholieke theologen onder toeziend oog van de Nederlandse kardinaal en het Vaticaan…!! Lees ook dit recente interview waarvoor ds. Vlastuin zich leende in het dagblad TROUW, medio 8 febr. 2012. 

 

 

Maarten Luther over Gal. 1 vers 1 :  Paulus, een apostel, geroepen niet van mensen

Luther over de rechte prediking van het heilig Evangelie, Joh. 16:1-4    &   lees hier 

M. Meade over het onderscheid tussen ambtelijke gaven en persoonlijke genade

H.F. Kohlbrugge :  Over het ambt der ouderlingen

Huntington over wettische schijnvroomheid onder ambtsdragers in zijn tijd

Huntingtons’ contact met de zgn. vrome methodisten  –  L.J. Van Valen

E. Erskine over Joh. 6 vers 66 :  Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug

Mc Cheyne over Matth. 9 vs 35-38:  De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige

Jonathan Mitchell over zijn studiejaren aan de voeten van ds. Thomas Shephard 

Ds. E. Du Marchie Van Voorthuysen :  fragmenten uit preek over Matth. 7 vs 22-23