Met interesse heb ik uw antwoord op 'gvl' gelezen. 'gvl' haalde uit de Dordtse leerregels H. 3 en 4 Verwerp der dwal.4, ik geef het even helemaal weer: Die leren: Dat de onwedergeboren mens niet eigenlijk noch geheellijk dood is in de zonde, of ontbloot van alle krachten tot het geestelijk goed; maar dat hij nog kan hongeren en dorsten naar de gerechtigheid en het leven, en offeren een offerande van een verslagen en gebroken geest, die Gode aangenaam is. Want deze dingen strijden tegen de klare getuigenissen der Schrift: Gij waart dood door de misdaden en de zonden (Ef. 2:1, 5); en: Het gedichtsel van des mensen hart is alleenlijk boos, te allen dage (Gen. 6:5 en 8:21). Daarenboven, hongeren en dorsten naar de verlossing uit de ellende, en naar het leven, en Gode een offerande van een gebroken geest opofferen, geldt eigenlijk van de wedergeborenen, en van degenen die zalig genaamd worden (Ps. 51:19 en Matth. 5:6).
Het komt er dus op neer dat, als ik u goed begrijp, 'dat een onwedergeboren mens, een onrechtvaardige, een ongelovige zondaar, dood is in de zonde en ontbloot is van alle geestelijk goed en niet kan hongeren en dorsten naar de gerechtigheid'. Dat heb ik vaker op uw site gelezen. Maar ik begrijp het niet en dat meen ik dat zo een dode zondaar, dood door misdaden en de zonden, gedichtsel van zijn hart alleen en altijd boos is, opgewekt is uit de dood der zonden en misdaden, ontwaakt is uit zijn diepe doodstaat, geopende ogen heeft overtuigt is van zijn zonden en op weg is naar Christus. De Dordtse vaderen geven aan dat 'daarenboven, hongeren en dorsten naar de verlossing uit de ellende, en naar het leven, en Gode een offerande van een gebroken geest opofferen, geldt eigenlijk van de wedergeborenen, en van degenen die zalig genaamd worden'. Dat is toch tegenstrijdig met elkaar? Ook al vallen de rechtvaardigverklaring en de wedergeboorte samen dan zeggen zij toch dat een wedergeboren zondaar dorst naar de gerechtigheid van Christus, kortom hij is op zoek om gerechtvaardigt te worden?. Zij leren dat er voor de rechtvaardigverklaring en de wedergeboorte een zondaar dood is en dat niets en ook niets in hem op zoek is naar God, dus geen leven voor de wedergeboorte? ook geen opwekking, ontwaking, opening der ogen?
|