Kort verslag over de rechtszaak inzake de overval vorig jaar op onze winkel

Posted by admin | | maandag 29 november 2021 1:17 pm

Kort verslag over de rechtszaak inzake de overval van vorig jaar op onze winkel in Katwijk aan zee

 

   20-11-2020

 

https://www.omroepwest.nl/nieuws/4487732/overvallers-katwijkse-juwelier-bekennen-en-hebben-spijt-om-eist-toch-8-jaar 

https://www.omroepwest.nl/tv/aflevering/tv-west-nieuws/   (vanaf 08.45 minuut)

  

Geliefde vrienden, afgelopen vrijdag heb ik mezelf met de Marokkaanse jonge mannen die onze winkel hebben overvallen, daarbij een aanslag op mijn leven deden, en na een jaar touwtrekken en zoveel vergaderd bewijsmateriaal hun daden uiteindelijk voor hun aardse rechter hebben erkend en beleden, mogen en kunnen verzoenen. Ik heb het hen van harte vergeven en hen beiden mijn rechterhand toegereikt. Het was allemaal best aandoenlijk, het scheen mij toe dat ze er geen raad mee wisten, omdat ze dit wellicht niet hadden verwacht. Die jongeman van 22 jaar oud die mij zo vreselijk met een vuisthamer had mishandeld, zei dat hij geen vergeving had verdiend. Die andere jongeman die met een pistool liep te zwaaien en het winkelend publiek liep te bedreigen, zei dat hij zijn straf had verdiend. Ik dacht zo in liefde: jongen, mocht je dit eens in ware zielsvernedering voor God zeggen, dan is je redding in Christus Jezus nabij. Ze schaamden zich voor hun daden, en boden beiden hun excuses aan. Och, ik kon niet meer boven deze jongemannen uitkomen. Alleen genade maakt immers verschil, en dat maakt onderscheid waar geen onderscheid is. Ik spreek hun daden hiermee beslist niet goed, want het recht moest zijn beloop hebben, maar zei hen: ondanks dat ik het u heb vergeven, staat er nog wel een schuld open bij uw hemelse Schepper en Rechter. Ga op uw knietjes, en belijdt ook Hem al uw bedreven zonden voor God. Ik mocht hen in die rechtszaal in mijn gegeven spreektijd wijzen op de schuldvergevende liefde van de Heere Jezus en Zijn dierbaar bloed dat reinigt van alle zonden. Ik ervoer het als een wonder dat me deze tijd ruimschoots werd gegeven. Er was nog een enig beslag onder de aanwezigen in een doodstille rechtszaal. Ik vertelde hen dat, op de zondag na de overval toen onze kinderen tussen de middag bleven eten, ik toen liefde in mijn hart kreeg om voor hen te bidden. In dat gebed werd ik herinnerd hoedanig ik 16 jaar geleden, op een winterse zondag in januari 2005, als een helwaardige misdadiger doodschuldig stond voor God, niets anders hebbend dan ongehoorzaamheid, schuld, zonden en ongeloof. Maar toen in die dodelijke stonde moest ik geestelijk sterven aan de eis in mijn hart tot geloof en bekering en werd ik gedoopt in de stervende liefde van Hem die in mijn plaats wilde gaan staan. Ik ging verloren en werd behouden, de vloek der wet week toen van mij en de hemelse vrede en blijdschap daalden in mijn ziel, het oude was toen voorbij gegaan en in Hem was het alles nieuw geworden. Och jongens, toen kon ik niet meer boven jullie uitkomen, en mocht ik jullie bij God brengen, smekende om Zijn vergevende genade en liefde voor goddeloze vijanden. Want ik denk nog steeds, dat jullie niet beseft hebben wat jullie gedaan hebben. Maar voor God zijn wij allen even slecht en verdorven en van dezelfde lap gescheurd! Niemand te slecht hoor, al had u met alle hoeren uit Amsterdam het bed gedeeld en geslapen. Ik vertelde hem waar ze deze Zaligmaker konden vinden, daarbij wees ik op Zijn nederige geboorte, hoedanig Hij Zich in een voerbak voor beesten neergelegd wilde worden, maar ook naar Golgotha hoe Hij daar de dood in wilde gaan en tussen twee misdadigers gekruisigd wilde worden en een vloekdood wilde sterven voor vijandige zondaren. Twee misdadigers die aanvankelijk beiden met Hem hadden gespot, misschien hebben jullie dit ook weleens gedaan, maar één kwaaddoener kwam tot berouw en inkeer en nam een gelovige toevlucht naar Hem die naar Zijn Koninkrijk reizende was, waarop Hij Zich over hem ontfermde en hem Zijn genade schonk. Zijn barmhartig denken aan die kwaaddoener werd zijn eeuwige zaligheid. Toch moest het aardse recht zijn loop hebben en is deze misdadiger, die met de Heere Jezus naar het Paradijs reizende was, naar zijn vlees een vreselijke vloekdood gestorven. Ik mocht deze twee misdadigers het evangelie van Jezus Christus in deze aardse rechtszaal verkondigen. Over twee weken is de uitspraak, dan hoop ik hen beiden een Bijbeltje en de levensbeschrijving van John Warburton mee te geven, na de Bijbel misschien wel het mooiste en schoonste boek dat ik ooit heb gelezen.

 

Het werd een enorm lange rechtszitting op vrijdag 26-11-2021 met veel dingen die mij geheel vreemd waren, we zaten met korte tussen pauzes van 09.30 tot 18.00 uur in een rechtszaal in het Paleis van Justitie te Den Haag. Ik was nog nooit bij een officiële rechtszitting geweest waar een of meerdere misdadigers werden voorgeleidt en door het OM en hun rechters uitgebreid werden verhoord en onderzocht. Er waren wel drie rechters aanwezig, een vrouwelijke strafeiser van het OM, een vrouwelijke griffier, drie gedaagde misdadigers met hun advocaten, veel beveiliging door middel van parketpolitie, mensen van de pers, en mijn advocaat en ikzelf waren aanwezig. Nadat iedereen zijn plaats had ingenomen, werden twee verdachte misdadigers voor het gerecht voorgeleidt naar hun plaatsen gebracht. De derde verdachte volgde deze rechtszaak achter een beeldscherm met camera vanuit zijn gevangeniscel, vanwege een corona uitbraak en kans op verdere besmettingen kon hij niet aanwezig zijn. Nadat de voorzitter de zitting had geopend verzochten de advocaten van de twee aanwezige verdachte misdadigers een kort moment om een bekentenis af te leggen, hetgeen na een jaar lang ontkennen, rekken en touwtrekken vrij ongebruikelijk was, en tevens een wending teweeg bracht inzake het uitgebreide verhoor dat de verdachten te wachten stond. Het nauwkeurige verhoor dat daarop volgde ging om de details, en of de derde verdachte een medeplichtige of medepleger was. De twee verdachten probeerden ‘hun chauffeur’ zoveel mogelijk buiten schot te houden, maar door sommige kleine versprekingen van de twee verdachten in de rechtszaal kon je wel opmerken en vermoeden dat de derde verdachte niet alleen een onwetende chauffeur was die hen naar de plaats van het delict heeft gebracht, maar wel degelijk van deze geplande overval moest hebben afgeweten. Dit was tevens het vermoeden van het OM die een strafeis van wel vijf jaar tegen hem eiste. In hun strijd een zo min mogelijk straf te verkrijgen probeerden beide verdachten in de rechtszaal zich in hun houding jegens hun rechters zo oprecht mogelijk op te stellen. Die jongen die mij met die vuisthamer had mishandeld probeerde, ondanks zijn excuses en schaamte jegens mij en zijn ouders, zijn hamerslagen enigszins te verzachten door aan te geven dat hij zijn hamer niet had meegenomen om mij te vermorzelen maar om vitrines mee kapot te slaan, terwijl er na de overval geen enkele vitrine bleek ingeslagen. Och ik had echt met die jongen te doen, dan zit je daar voor het gerecht en zie je een enorme gevangenisstraf op je afkomen. Ik had werkelijk medelijden met hem, ondanks het leed en de verwondingen die hij mij had aangedaan. Ja lezer, ik zat die jongeman die daar vocht voor zijn vrijheid en verdere leven met tranen in mijn hart aan te horen en aanschouwen, en moest daarbij denken aan het leed dat ik mijn dierbare Zaligmaker had aangedaan. Hij schonk mij de vrijheid en het leven, omdat Hij voor deze misdadiger een vloekdood was gestorven, terwijl ik wezenlijk ook een eeuwige gevangenisstraf onder de vreselijke toorn Gods had verdiend. Dat is toch onderscheid waar geen onderscheid is. Deze jongeman zonder strafblad had zich door die verdachte met het pistool tot deze daad laten verleiden, en had nu spijt. Beide jongens kwamen uit de achterbuurten van Amsterdam, waar had hun wiegje gestaan en waar stond het mijne? Zo zat ik daar het hele gebeuren met erbarmelijke gevoelens te aanschouwen. Ik weet en besef zeer goed dat wij allen verantwoordelijk zijn voor onze daden, hetzij goed of kwaad. Maar als ik aan mijn kinderjaren weleens terug denk, aan de tijd dat ik weleens iets had uitgehaald wat niet deugde, waarop ik mijn lieve vadertje met zijn grote handen op me af zag komen, moet ik eerlijk bekennen dat ook ik alles probeerde om onder en van de straf uit te komen. Wees maar eerlijk, we zijn allen hetzelfde en doen dezelfde dingen hoor, lees anders Rom. 3 even daar staat uw en mijn beeld van nature vrij helder en zeer indrukwekkend opgetekend. Mede hierom kunnen rechters, strafeisers en ware geroepen dominees, alleen op grond van hun verkregen ambt, overtreders en misdadigers hun oordeel aanzeggen, anders zouden ze ook moeten zwijgen. Later denk je nog weleens terug aan wie je ouders voor je zijn geweest, deze mensen hadden je niet over voor het kwade, en moesten je bij tijden uit liefde weleens kastijden opdat je voeten niet verder zouden uitglijden naar het kwade. Op dat moment waren die kastijdingen niet altijd even aangenaam, maar later zag je dan dat het enkel uit liefde was gedaan. Misschien hebben deze twee jongemannen zulke lieve ouders moet ontberen en missen. Maar zo is het wezenlijk niet anders met de lieflijke kastijdingen van mijn hemelse Vader. Onder Zijn toelating stonden daar die twee misdadigers voor mijn winkeldeur die mij vervolgens in korte tijd bijna dood sloegen, ze konden niet verder en harder slaan dan dat het hen van Gods’ wege was toegelaten. Als u mij voor die dag had gevraagd of ik er tien tot vijftien hamerslagen voor over had gehad om bij vernieuwing Gods nabijheid in mijn leven te ervaren, dan weet ik zo net nog niet of ik dit meteen bevestigend had beantwoord. Maar gelukkig vraagt God daar niet naar, en spaart Hij in deze wegen niet ons verdorven zondige vlees. Achteraf beziend had ik dit alles niet willen missen, de God mijns Heils heeft Zich wederom willen bevestigen dat Hij mij gedachtig was en gedachten des vredes over mij had. Mijn naam stond in Zijn handpalmen gegraveerd, en mijn muren waren steeds voor Hem. Als het tot de bekering van deze twee Marokkaanse jongemannen mocht leiden, dan hadden ze bij wijze van spreken mijn andere knie ook nog wel kapot mogen slaan. Och lezer, zult u mij beloven dat u met mij gedurig in liefde voor de waarachtige bekering van deze twee kwaaddoeners zou willen bidden? Dan zou de lange duur van hun detentie nog een gezegende uitwerking mogen hebben. Dat geve den Heere, uit vrij genade om niet, om Jezus wil alleen. Hartelijke groet, D.J. Kleen

 

Op vrijdag 10-12-2021 kwam de rechtbank van Den Haag met dit vonnis en uitspraak     

 

========================================================

.

De Filistijn, de Tyriër, de Moren,
Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht;
Van Sion zal het blijde nageslacht
Haast zeggen: “Deez’ en die is daar geboren”

.

God zal ze Zelf bevestigen en schragen,
En op Zijn rol, waar Hij de volken schrijft,
Hen tellen, als in Isrel ingelijfd,
En doen den naam van Sions kind’ren dragen.

.

Dan wordt mijn naam met lofgejuich geprezen;
Dan zullen daar de blijde zangers staan,
De speelliên op de harp en cimbel slaan,
En binnen u al mijn fonteinen wezen.     

 

HET VERHAAL VAN HABILA