Legendarische leerrede over Bijbelse geloofsdoop door kand. R.J. Jansen
Bijbelse leerrede over heilige doop door R.J. Jansen.mp3
Dinsdagavond 16-10-2018 om 20.00 uur in kerkgebouw C.G.K. te Alblasserdam
Deze avond werd georganiseerd door Stichting Bijbellezingen & Evangelisatie
Preektekst: Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus. Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus. En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen. (Gal. 3:26-29)
========================================================
Commentaar – DJK : Een memorabele dag die de kerkgeschiedenis van onze lagen landen zal ingaan als hoogst belangrijk en onvergetelijk. Het begin en voortzetting van een vernieuwde kerkhervorming waar vele kinderen Gods om gebeden hebben en reikhalzend naar hebben uitgezien! Een these inzake het recht Bijbels gebruik van de Heilige Doop en een anti-these inzake de praktijk van de kinderdoop en gereformeerde commune op grond van verondersteld ingeplant geloof waarin onze geachte kerkhervormers en vele van hun volgelingen helaas halfrooms zijn gebleven. Ik herinner me nog goed als de dag van gisteren toen in 2012 het boekje ‘wedergeboorte of schijngeboorte’ van dominee Kort werd uitgegeven, waarin man en paard niet werd gespaard, hetgeen door velen in onze gezindte als een zegen werd ontvangen, omarmt, gelezen en herlezen. Eindelijk was daar een geacht prediker die zichzelf er voorover kreeg, die er niet meer omheen kon en niet meer wenste te draaien en derhalve de stoute schoenen aan durfde te trekken om op zeer ernstig maar ook bewogen wijze te waarschuwen tegen de heersende valse wedergeboorteleer en waangeloof in onze dagen. Door dit boekje bracht God een golf van beroering door de gehele gereformeerde gezindte hetgeen velen ten zegen is geweest. Anderen die vanuit hun waangeloof al een aardig eindje op de ‘goede’ weg waren reageerden verontwaardigd, lieten hun heimelijke bekering zich niet zomaar ontnemen en protesteerden heftig met de hakken in het zand. De ene lezer ervoer de Bijbelse boodschap uit dit boekje als een reuke des levens ten leven, de ander als een reuke des doods ten dode. Ik weet nog dat God in de tijd die aan dit boekje vooraf ging steeds meer zielen met Bijbels licht ging beschijnen inzake de rechtvaardigingsleer der apostelen die we langzaam maar zeker waren verloren. Vooral ook jongeren waren niet meer gerust met die valse leringen en begonnen steeds meer te onderzoeken en vragen te stellen. Hetzelfde gebeurde nu weer, ofwel, staat nu te gebeuren, maar dan omtrent het sacrament van de Heilige Doop, hetgeen naar mijn stellige overtuiging en bescheiden inschatting een nog grotere beroering ten goede in onze gereformeerde gezindte teweeg zal brengen! Eindelijk was daar een bekwaam prediker uit onze gereformeerde gezindte die op Bijbelse gronden publiek durfde af te rekenen met de halfroomse praktijken omtrent de doop en belijdenis van waangeloof binnen onze kerken, vaak ook gepraktiseerd door herders en leraren die in deze tegen de bevinding van hun eigen gemoed ingingen. Maar nu werd er eindelijk een rechtvaardig publiek protest tegen uitgesproken, een Bijbels woord over de doop overeenkomstig de bekering in het hart van een zondaar, waarin het eigen godsdienstige vlees van deze prediker beslist niet werd gespaard. Integendeel, hij beleed zelfs zijn eigen schuld en bedreven zonden op dit gebied. Werd er dan eerder nooit over de geloofsdoop gepreekt en geschreven? Jazeker wel, maar in onze dagen meestentijds in kerkverbanden waar men de bijbehorende zuivere en bijpassende bevinding der heiligen niet bepreekt. Maar nu kreeg hier een jongeman van omstreeks 30 jaar oud, uit de behoudende kant van onze gereformeerde gezindte, de moed, de vrijheid, de kracht en wijsheid van Gods’ wege om dit op een Bijbelse wijze samen te voegen. Eerst mocht hij zijn kerkvolk de Bijbelse bekering voor ogen schilderen vanuit de rechtvaardigingsleer der apostelen, waarin de verkorenen Gods in het uur der minne op geestelijke wijze gedoopt worden in de kruisdood en opstanding van Jezus Christus en daar vanuit erfgenamen in hun oudste Broeder zijn geworden. Kandidaat R.J. Jansen stelde dit voor vanuit Gal. 3:26-29, met verwijzingen naar Kol. 2:11-14 en Rom. 6:3-7 waarin we o.a. deze woorden kunnen lezen: Of weet gij niet, dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden
Ik ga hier niet de hele preek herhalen, die kunt u inmiddels zelf beluisteren. Ik probeer er maar wat omheen te schilderen over enkele reacties op deze rede en wat hier zoal aan vooraf is gegaan. De twaalf voorgaande lezingen over de Galatenbrief zal iemand mij wellicht opmerken. Dat is wel waar, maar daar doelde ik niet zozeer op. Hier is wezenlijk net als bij dominee Kort destijds een sterfweg aan vooraf gegaan. Ik schreef destijds in mijn recensie over het boekje van dominee Kort, dat hij zijn protestschrift schreef in de gestaltenis van koningin Esther; kom ik om, zo kom ik om!! In dezelfde gestaltenis werd deze kostelijke leerrede met de hulpe Gods niet onbegaafd en zeer helder uitgesproken. Wat was ik verblijd dat den Heere mijn lieve vriend en broeder Jansen met hetzelfde licht had beschenen als waar Hij mij mee had beschenen wanneer het ging over doop en belijdenis en over hoever de Kerk als gemeente Gods is afgedwaald. Ik heb voor en tijdens deze dienst zijn nood gevoeld, heb mee gezucht en gebeden, en innerlijk met veel toestemming en een juichend hart zitten luisteren. Tijdens de slotzang zat ik God wenend te danken voor dit geschonken gepredikte Woord. Want lezer, wij allen waren afgedwaald en hebben in deze gezondigd. Het was dus onverdiende goedheid hetgeen God ons hier kwam te schenken. Na afloop was er nog gelegenheid voor koffie en onderlinge samenspraak. Ik liep naar de uitgang en bleef even bij de kapstok even wachten totdat het merendeel van het kerkvolk de kerk had verlaten. Ik keek naar de gezichten van dit kerkvolk en vroeg mezelf af of ze met net zulk een dankbaar hart geluisterd als ik die avond had mogen doen. Van het merendeel kon ik dit eerlijk gezegd niet van hun gezichten aflezen. Misschien waren sommigen enigszins verward geraakt, anderen wilden het besprokene wellicht nog overdenken. Er was immers veel gezegd dat dwars tegen de traditie der kerk inging. Vervolgens liepen we naar achter en kregen koffie aangeboden van zeer vriendelijke koffiedames. Het lukte mij niet om met iemand een praatje aan te knopen betreffende het besproken onderwerp van de prediking. De enkele reacties die ik vernam vond ik nogal lauw van aard. Ik kon dit werkelijk niet begrijpen. Toch kon dit de innerlijke vreugde in mijn ziel niet bederven. Ik bleef niet te lang en reed met de auto huiswaarts. Onderweg belde ik enkele van mijn vrienden en vertelde van hetgeen ik vanavond mocht horen. Deze mensen konden wel goed begrijpen waarom met zoveel blijdschap in mijn hart naar huis reed. Rond middernacht werd ik nog even gebeld door m’n vriend uit Vaassen. We waren die avond een van hart, een van gevoel, een van geloof etc. Hij vertelde me dat er ook waren die innerlijk gevoelden dat men hier op grond van Gods Woord niet omheen kon, en hoe na afloop een man uit de Ger. Gem. in Ned. hem wenend persoonlijk kwam bedanken voor dit gesproken woord. Twintig lange jaren was deze man verdrukt en vervolgd geweest vanwege zijn afwijkende doopvisie. Maar God had hem persoonlijk beloofd dat Hij de doop in Neerlands kerken zou gaan herstellen. Die avond kreeg hij die belofte van Gods wege bevestigd. Wat was ook deze man uitzinnig van vreugde.
Het is mij persoonlijk bekend dat deze bijzondere leerrede niet is uitgesproken om een bepaald statement richting sommigen in de gereformeerde gezindte af te geven. Dit werd ook duidelijk in deze leerrede gezegd. Ik besef ook dat dit woord niet door iedereen in dank zal worden afgenomen. Er heerst veel spanning en koudwatervrees omtrent deze zaken. Toch wenste ik van harte dat de geachte predikers en voormannen in onze gereformeerde gezindte zoals ds. Kort, ds. Veldman, ds. Teunissen, ds. Stelwagen, ds. W. Roos, ds. Lohuis, ds. Simons, ds. Van Leeuwen en anderen die ik persoonlijk niet bij naam noemde, die allen terug keerden tot de zuivere rechtvaardigingsleer der apostelen, ook in de praktijk zouden terug keren tot het recht Bijbels betamelijk gebruik van de heilige doop en in de toelating van zielen die hun geloof in Jezus Christus publiek voor God en de gemeente wensen te belijden. Ik roep deze mijn geliefde broeders in liefde luidkeels toe; keer weder, keer toch weder! Wat hebben wij dan aan licht dat we niet van God ontvingen? Achten wij onszelf dan wijzer, nee toch? Het gaat niet om onze doopvisie maar om de Bijbelse doopvisie. Lees en herlees de praktijk der apostelen inzake de doop in het boek Handelingen. Laten we hierom in deze dan toch niet blijven afwijken van het Woord Gods, en derhalve voortaan in water te gaan dopen in plaats van met water te besprenkelen. Den Heere zegt bij monde van Zijn knecht: Tenzij gij van ganser harte geloofd zo is het geoorloofd, en zo niet dan is het ongeoorloofd. Kan men ook het water van de doop weren van hen die net als wij de Heilige Geest ontvangen hebben? Bedenk dit toch ernstig!!! Zou deze ontvangenis van Gods Geest dan ook niet vooraf zijn geschiedt in het huis van Lydia en de stokbewaarder? Zouden de apostelen in die tijd dan in opdracht van Gods Geest met twee maten gemeten hebben en zielen gedoopt hebben? Neen toch? Geachte en geliefde heren predikers van het Goddelijke Woord, u beseft helaas niet half hoedanig u blijft ingaan tegen uw eigen zielsbevindingen gewerkt door Gods Geest. U bent geestelijk toch ook eerst onder gegaan in het badwater der wedergeboorte en toen met Christus opgestaan tot een nieuw leven? In uw bestaan voor God bracht de Noorderwind des Geestes u toch ook eerst aan het einde van Gods heilige wet, waarna de Zuiderwind des Geestes u met Christus deed opstaan uit uw graf van zonde? In uw prediking en leer wilt u zeer terecht niets weten van veronderstelling inzake geloof en wedergeboorte, terwijl u dit aangaande de kinderdoop en gereformeerde commune (belijdenis doen) helaas wel blijft praktiseren. Het moge u allen eens tot diep berouw, en tot een preek- en kerkschuld worden voor God. Hij zou het u zekerlijk vergeven, en er rijkelijk in meekomen!! Ken dan in deze (net als wij) alleenlijk uw ongerechtigheden, dat gij in deze tegen den Heere uwen God gezondigd heb. Hij zal het u in Christus Jezus genadiglijk vergeven! Dat geve den Heere HEERE, uit vrije genade om niet, om Jezus wil alleen, is mijn hartenwens en heilbede.
Ten laatste nog een wijze raad aan hen die straks menen Gode een dienst te willen bewijzen door deze jonge kandidaat uit de synagogen te willen werpen, zwart te gaan maken, te gaan belasteren, geestelijk te gaan geselen, en naar het riool zullen verwijzen. Ik wil u in liefde ernstig waarschuwen hier niet aan mee te doen. Bedenk dat ge een onschuldig getuige en dienstknecht van Jezus Christus kwaad zult aandoen en zult aanranden, en daarmee God in Zijn aangezicht zullen slaan. God is geen ledig Toehoorder en Aanschouwer, u zult Hem in alle dingen van uw leven tegen krijgen. Laat u in deze toch niet gebruiken door de vorst der duisternis, en stel derhalve uw ledenen niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid door deze kandidaat straks te gaan verdrukken en te willen vervolgen. God zal het zien en zekerlijk zoeken. Want dit waren niet zijn woorden en niet zijn waarheid maar de geschonken woorden en waarheid Christi die hij aan kerkelijk Nederland mocht doorgeven. Het is ook niet zijn Zaak maar de zaak van Christus Jezus, Zijn roeper en Zender. God zal dan namelijk Zelf opstaan tot de strijd, en de haters van dit gepredikte woord wijd en zijt verstrooien en doen zuchten. Ik wenste dat u in uw hart mocht buigen onder deze gepredikte waarheid. Wat zou er veel geestelijke verwarring in onze kerken opgelost worden inzake de heersende leer van veronderstelde wedergeboorte zonder Christuskennis wanneer er voorin de kerken een doopvont zou staan waarin dopelingen in het doopwater onder zouden gaan en weer op zouden komen. Gods Woord leert ons dat er in het NT in water werd gedoopt en niet met water. Denk toch aan het teken van Jona den profeet, de storm van Gods toorn pas was geluwd toen Jona in de baren der zee was verdwenen. Toen Jona was onder gegaan in het water, was de zee gestild van haar verbolgenheid. De vis slokte hem op en zie daar Jona eens in aanbidding voor God liggen in de buik van die door God gestuurde vis. Jona had daar zijn bestaan voor God verloren en was het met God eens geworden. Dat is geestelijk toch wezenlijk niet anders? Die vis was voor Jona de weg naar zijn behoudenis. Die vis zwom weg met de ongerechtigheden van Jona in zijn ingewanden zo ver het oosten verwijderd is van het westen, en zie daar eens een gehoorzame Jona staan op de oevers van Gods vrije genade. Ik wenste dat u het prachtige beeld van de doop hierin eens mocht gaan zien. Die vis zag op Christus en het graf van Christus die Zijn Kerk in alles was voorgegaan. Zij mochten geestelijk opstaan in de kracht van Zijn heerlijke opstanding, Zijn verworven Geest ontvangende. Lees ook dit commentaar van kand. R.J. Jansen later in zijn nieuwsbrief september 2019 van de Stichting Ikabod.
Ik heb dit verslag met veel lofprijzing en dankbaarheid tot God geheel uit eigen beweging en verder in niemands opdracht geschreven.
Beluister hier het vervolg op zijn uitgesproken leerrede in Alblasserdam, die hij twee dagen daarna uitsprak in Voorthuizen.
=======================================================
Calvijn doopte zuigelingen op grond van verondersteld toekomstig geloof.pdf
“….de kinderen worden gedoopt tot de toekomstige bekering en het toekomstige geloof; want ofschoon die nog niet in hen gevormd zijn, ligt toch het zaad van beide door de verborgen werking des Geestes reeds in de kinderen besloten. (Institutie, boek 4, hfst. 16, par. 20)”
Mijn antwoord op reactie van een goede vriend die het standpunt van Calvijn aanhangt
DJK : Lieve vriend, je schreef zo het volgende: De doop is gegrond op de beloften Gods, niet op het geloof! Hierin heb je de kern van ons meningsverschil inzake de doop kort en bondig samengevat. Maar laten we inderdaad naar het Woord blijven luisteren. Je kent de geschiedenis van Petrus die ontboden werd bij het huis van Cornelius. Beide kanten mochten het weten dat het in de weg des Heeren was, en God kwam erin mee. Tijdens de prediking van Petrus valt de Geest Gods (in Zijn werking van kruisdood en opstanding) op alle hoorders in dat huisje van Cornelius die deze woorden van de apostel hoorden. Hun geschonken geloof was dus door het gehoor, door het gepredikte Woord Gods. Toen antwoordde de apostel Petrus: Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den Heiligen Geest ontvangen hebben, gelijk als ook wij? En hij beval, dat zij zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen baden zij hem, dat hij enige dagen bij hen wilde blijven. (Hand. 10 vs 47-48) Bij de Pinksterlingen ging dit wezenlijk net zo, en wat zegt Filippus de diaken tot de moorman uit Candacé toen hij aangaf gedoopt te willen worden? Tenzij gij van ganser harte geloofd, zo is het geoorloofd. Andersom is ook waar, dan is de doop dus ongeoorloofd! Waarop die moorman zijn geschonken geloof in Jezus Christus de Zone Gods van harte beleed. In alle voornoemde voorvallen was de volgorde: prediking van het Woord – schenking van geloof in wet en evangelie door de Heilige Geest – Heilige Doop – Breking des broods. Bij het huis van Lydia en de stokbewaarder staat de weg tot hun doop niet vermeld, hoewel bij het huis van de stokbewaarder wel staat vermeld dat hij en zijn huis aan God gelovig waren geworden, Hand. 16:34. Hierbij moeten we ook niet vergeten dat er in deze bloeitijd van de vroeg-christelijke kerk uit de heidenen vaak tientallen, honderden en duizenden zielen tegelijk tot waarachtige bekering kwamen. Maar vanuit het voorgaande waar ik je op wees is het toch zeer aannemelijk dat het bij het huis van Lydia, het huis van de stokbewaarder, en het huisgezin van Stefanus evenzo is geschiedt. Of denk jij misschien dat de apostelen in opdracht van de uitgestorte Geest Gods inzake de doop met twee maten gemeten hebben, om het ene huis op het geschonken geloof te dopen en het andere huis op de beloften Gods? Nee toch? Hoe kan je hier toch aan vast blijven houden? Keer toch weder tot het Woord en gooi dat harnas van de kinderdoop van je af. Ik wil je nogmaals in liefde wijzen op hetgeen God uit Zijn milde goedheid en genade mij gaf te zien, over het waarom de doop niet in plaats van de besnijdenis is gekomen.
De doop is niet gekomen in plaats van de besnijdenis. De rechten der wet –doe dat en gij zult leven– werden bewaard in de voorhuid, Rom. 2:26. Deze rechten had de mens verloren door zijn val in Adam. Hiervan betuigt de apostel: Het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. Middels de besnijdenis werd daarom een stenen mes der gerechtigheid in het vlees van de man gezet, met name daar waar vanuit hij vrucht kon voort brengen. De afgesneden voorhuid werd in de grond begraven. Uit de eerste Adam geen vrucht meer in der eeuwigheid, uw vrucht worde uit Mij gevonden, zei de Heere Jezus Christus. De vrouw in Israël werd niet besneden omdat zij alleen uit haar man vrucht kon dragen. Omdat het geestelijk verkoren Israël de bruid van Jezus Christus is, en derhalve uit mannen en vrouwen bestaat, kan ook zij alleen door geloofsgemeenschap vrucht dragen uit haar Tweede Man, Rom. 7:4b. Toen Christus het Heil voor Zijn bruidskerk verwierf ging bij Hem het zwaard van Gods gerechtigheid door Zijn onschuldige vlees, opdat al de overtredingen van Zijn Bruidskerk veroordeeld zouden worden in Zijn aangenomen vlees. Opdat het recht der wet geestelijk vervuld en verheerlijkt zou worden in Zijn verkoren Bruidskerk, Rom. 8:3-4. Christus Jezus en Dien gekruist is een Middelaar van verwerving, maar ook een Middelaar van toepassing. Bij de toepassing en schenking van dit verworven Heil door God den Heilige Geest wordt de bruid van Christus geestelijk besneden (Kol. 2:11-13), dit is het hartverscheurende berouw vanuit een onhoudbare nood voor God over de bedreven zonden jegens Wet en Evangelie, zijnde met Hem begraven in de dood door de doop, Rom. 6:3-6. De ondergang in het doopwater is derhalve een teken van de geestelijke afsnijding en doding van de heerschappij van Adam onder een verbroken werkverbond, nooit geen gerechtigheid en heiligheid meer uit de werken van het vlees, en de opgang uit het doopwater is een teken van de geestelijke inlijving in de Tweede Adam onder een vervulde wet, toegepast en verheerlijkt door de Geest der Beloftenis. Om deze reden ontving de Heere Jezus ook Zijn drievoudig ambt van Zijn hemelse Vader zijnde het Voorwerp des geloofs met de Heilige Geest Die Zich aan Zijn ontvangen ambt paarde waardoor Hij met vrucht Zijn ambten kon vervullen nadat Hij gedoopt was in de Jordaan door Johannes de doper. Bij de onderwerpen des geloofs die in Hem geloven en met Hem verenigd zijn geschiedt dit wezenlijk niet anders, ook zij ontvangen het ambt aller gelovigen van hun hemelse Vader in het uur der minne bij hun geestelijke besnijdenis waarop zij de verworven Geest van hun oudste Broeder ontvingen waardoor zij in Zijn opstandingskracht uit hun doodstaat en graf der zonden op mochten staan tot een nieuw godzalig leven, en dus ook hierom werden alleen de mannen in Israël besneden in hun vlees dat vrucht voort kon brengen, en werden alle gelovige mannen en vrouwen gedoopt in water. Derhalve mocht ook geen onbesnedene eten van het vlees van het onschuldig plaatsvervangende geslachte paaslam tot vereniging, Ex. 12:44,48, Joh. 6:53-57, waarna Israël uittoog richting de Rode Zee. Het bloed van het geslachte paaslam en het water in de wolkkolom hebben Israël uitgeleidt in vrijheid, vergelijk Efeze 1:13. Door de rode zee (= beeld van de doop) werd Israël onder leiding van de wolkkolom in de woestijn geleidt, waar zij gejuicht en Gode lofzangen gezongen hebben vanwege hun blijdschap en vreugde over hun verlossing, dagelijks gegeten van het hemelse manna, gedronken van het water uit de steenrots, Gods heilige wet in vrijheid ontvangen die in de ark des verbonds werd gelegd (beeld van vervulde wet in Jezus Christus), en nader onderwezen werden in hun verlossing uit het diensthuis middels de dienst der tabernakel. Evenzo was het gestorte bloed bij het koperen brandofferaltaar en het water in koperen wasvat de toegang tot de gouden tafel der toonbroden en de gouden kandelaar (menorah) in het Heilige. Het gouden wierookaltaar ziet op de geestelijke vrucht van aanbidding in het hart tot God door Woordbediening en Sacramentsbediening (HA). De gelovige Kerk van Christus wordt geestelijk gedoopt in Zijn vervloekte kruisdood (Rom. 6:3) tot vernietiging en begraving van zonden, tot één Lichaam (=gemeente van Christus) gedoopt waarvan Christus het Hoofd is (Gal. 3:27) waardoor ze één van zin en eensgevoelend zijn, en tot één Geest gedrenkt (1 Kor.12:13, Rom.8:9-11, 1 Petr.3:8, Phil.2:2) tot heiliging en vernieuwing des levens. Hiervan is de uitwendige doop een beeld en afschijnsel. Dit was het teken van Jona den profeet!
==================================================
From: Mevrouw NN
Sent: Friday, November 02, 2018 11:08 AM
To: dkleenp@kliksafe.nl
Subject: doop
Beste meneer Kleen,
Met deze mail wil ik u bemoedigen. Ga door met het openlijk praten en publiceren van artikelen rond de geloofsdoop. Ik heb de preek van uw vriend RJ Jansen gehoord en mijn hart juichte, uw hart ook las ik. God is bezig in onze kerken. Ik ken al een tiental kinderen van God die een andere doopvisie hebben gekregen. En ik geloof dat er nog meer zijn, maar dat ze er nog niet mee naar buiten zijn gekomen. Er zullen ongetwijfeld ook dominees zijn die hun vragen hebben bij het doopformulier voor de kleine kinderen. Hoe kunnen we toch elke doopdienst lezen dat ze zonder het te weten in Adam verloren liggen (dat is waarheid), maar dat zij ook zonder het te weten in Christus aangenomen moeten worden, door de doop. Dit is zo onbijbels. De Heere Jezus leerde Nicodemus dat niemand het koninkrijk van God kan zien zonder de wedergeboorte. Hoe kunnen dominees, die toch liefde hebben voor de waarheid en de bevindelijke prediking, het formulier nog steeds lezen zonder dat hun geweten spreekt. Hoe kunnen we leren dat onze kinderen door geboorte/doop in het verbond komen. De Bijbel leert dat degenen die geloven kinderen van Abraham zijn. Nergens in de bijbel wordt zo over de doop gesproken. Het is mij een groot verdriet. Velen komen hierdoor tot het doen van belijdenis van de leer doen of nemen zogenoemd hun kinderdoop over van hun ouders. Waar leert de bijbel ons dit? Mijn verlangen is dat we helemaal terug zullen gaan de zuivere leer die de bijbel ons leert, geen theologieën die bedacht zijn om de kinderdoop te kunnen blijven handhaven, want dat leidt alleen maar tot verwarring. Hoeveel verschillende visies zijn daar niet op? Terwijl de Bijbel zo eenvoudig is. ‘Indien gij van ganser harte geloofd, zo is het geoorloofd.’ En draai deze tekst dan ook maar om, indien gij niet geloofd is het niet geoorloofd. Pas bij het kunnen belijden van Gods genadewerk in je leven, mag je ook het symbool van de wedergeboorte ondergaan.
Ik ben tot volle overtuiging gekomen van de geloofsdoop zo’n drie jaar geleden. Iemand vroeg in een heerlijk gesprek over de Heere hoe ik de doop zag. Diegene heeft met mij de geschiedenis van de stokbewaarder gelezen. Ik was er heilig van overtuigd dat allen in zijn huis gedoopt waren op zijn geloof. Maar door de geschiedenis eens goed te lezen, werd duidelijk dat het woord eerst gesproken werd tot allen in zijn huis en dat allen tot geloof kwamen. Dat was het moment dat de schellen afvielen. Ik kon het niet geloven. Was dit echt waar? Een grote zoektocht is toen begonnen. Er is geen tekst in de Bijbel die ons de kinderdoop leert of leert dat de besnijdenis overgegaan is op de doop. Sterker nog elke dopeling in het NT wordt gedoopt op geloof. En het voorbeeld dat Jezus ons geeft met Zijn eigen doop moet ons toch de ogen openen. De teksten die over de doop gaan wijzen allemaal op geloof en wedergeboorte. En wat is de Bijbelse doop een heerlijke doop, zo rijk en zo God verheerlijkend.
Een heerlijke tijd is het om de Bijbelse doop te onderzoeken maar wat is er veel op af gekomen. Wat worden er veel pijnlijke dingen gezegd over de geloofsdoop vanaf de kansel in het algemeen, juist als de kinderdoop weer gepraktiseerd wordt. Maar ook wordt je veranderde visie niet in dank afgenomen bij naasten. En toch heb ik hen lief die de waarheid van het Woord voorstaan, ondanks hun doopstandpunt. Maar de eenzaamheid hierin is soms best zwaar.
U zult ongetwijfeld dit lijden kennen, maar houdt moed. Hij zal de wasdom geven. Want het is beter onterecht te lijden voor Hem dan terecht te lijden door de gevolgen van onze zonde. 1 Petrus 3: 13 -22. Mijn gebed is dat de Heere ons weer zal terugleiden en de kerken uit de reformatie weer de bijbelse waterdoop door onderdompeling zullen gaan leren, preken en praktiseren.
Verbonden in Christus, mevrouw NN
=================================================
From: Mevrouw NN
Sent: Thursday, November 01, 2018 11:13 AM
To: dkleenp@kliksafe.nl
Subject: preek over doop kand. R.J. Jansen
Dag meneer Kleen,
Ik kreeg de preek van Kand. RJ Jansen door gestuurd per app.
O, wat ben ik verheugd en blij en God onuitsprekelijk dankbaar!!
De waarheid zal zegevieren, en de Heere zegt: Ik zal ze in ALLE waarheid leiden, dus ook de waarheid van de Bijbelse doop.
Wat is de doop een diep en God verheerlijkend teken, wat de Heere Jezus Zelf heeft ingesteld voor hen die tot geloof zijn gekomen.
Het teken van de geloofsdoop is zo krachtig in de geestelijke wereld. Daarmee wordt zichtbaar getoond, aan de machten der duisternis, dat de tot geloof gekomen ziel, buiten de macht van satan gekomen is. Daarom haat hij dit teken, net als het Heilig Avondmaal.
Ik hoop en bid dat deze preek een wapen zal zijn tegen de roomse en on-Bijbelse dwaling van de kinderdoop (en alle onwaarheden die hiermee verband houden in preken, ambten en kerkdiensten)!
En dat de Heere deze man zal gebruiken als een Luther, zodat hij zal moeten zeggen: Hier sta ik, en ik kan niet anders! Ik buig niet meer voor de dwaling, maar zal de waarheid spreken zoals God die mij heeft geopenbaard in Zijn Woord.
Gods Woord roept ons op om de leugens te ontmaskeren. En daarom is de strijd zwaar, want satan wil de steen der bedekking op de doop houden.
Maar laten we blijven strijden in de gebeden om de waarheid, en de waarheid alleen!
De Heere alle eer voor deze preek, dat het tot zegen mag zijn voor Nederland!
Van harte verbonden in Jezus Christus, en in de gebeden voor alle heiligen, ook voor kand. Jansen.
Mevrouw NN