Ds. M. Kempeneers over de kinderdoop en het genadeverbond
Ds. Kempeneers: kinderdoop en genadeverbond & hele doopdienst
Conclusie: “De zuigeling ontvangt bij zijn doop een cheque van grote waarde met toezegging van verbondsbelofte en vergeving van zonde, gelijk als een erfgenaam bij de notaris, maar moet deze cheque in zijn of haar latere leven wel zelf door het geloof incasseren…”
Kort preekfragment uit deze leerrede: klik hier
— Deze zielsmisleidende verbondsmatige leerrede ter verdediging van de kinderdoop, uitgesproken op zondagmorgen 7 april 2019 in de CGK te Katwijk aan zee, is werkelijk doordrenkt van Arminiaanse gedachtegangen
— In deze leerrede komt de vervangingstheologie heel duidelijk naar voren, de kerk uit de heidenen in de plaats van Israël. Hier volgen enkele uitspraken:
— 10:39 De doop zegt niet iets van ons ja-woord, maar God zegt ons door de kinderdoop Zijn genade toe
— 16:38 Bij het volk Israël in Egypteland waren ook de kinderen veilig geborgen achter het bloed van het paaslam
— De doop is geen teken van ons geloof, dit is een grote vergissing die de geloofsdopers maken
— Door de doop wordt deze verlossing hen door God toegezegd, en de afwassing van hun zonden, en ook onderstreept met het teken van de doop
— De Heilige Geest wordt hen ook toegezegd, Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen
— Toezegging door God is wel onder voorwaarden; we moeten wel zelf onze mond open doen en er om leren vragen. Je moet het ook wel zelf graag willen hebben!
— Doopformulier: “….hetgeen we in Christus hebben”. Wat hebben we dan in Christus? Namelijk de belofte van de vergeving van zonden
— Maar niet in werkelijkheid dus? Nee, niet in werkelijkheid! Net als bij de notaris, eerst toezegging van erfenis, daarna alles zelf regelen en dan incasseren
— DJK : Zie daar de veronderstelde ingeplante zaad des geloofsleer in dit onbijbels geredeneer van dominee Kempeneers kort samengevat. Want ondanks alles wordt God bij de kinderdoop vanuit een formulier dankgebed alvast toch hartelijk gedankt voor de vergeving van de zonden der zuigelingen. Het is werkelijk de dwaasheid gekroond wat deze dominee allemaal durft te beweren! Zeg mij dan eens waar ik dit in Gods Woord kan vinden? De dankzegging en aanbidding in het hart van een gerechtvaardigde zondaar inzake de vergeving der zonden, de ingestorte liefde Gods in Christus en de ontvangen vrede met God die daaruit voortvloeit volgen immers alleen wanneer het verenigend geloof in de Heere Jezus Christus in het uur der minne daadwerkelijk is geschonken en toegepast in het hart van een verloren /geredde zondaar. Vergelijk Lukas 17:15-19, Joh. 9:35-38, Rom. 5:1, en vele andere Schriftgedeelten.
======================================================
DJK: Wanneer u onbekend was met de betekenis van het woordje ‘verbondsmatig’ en/of de verbondsmatigheid van de kinderdoop, raad ik u aan deze leerrede aandachtig te beluisteren. Dit zijn namelijk de uitspraken waar de Christelijk Gereformeerde Kerkleraren in uitblinken, en waarvan ze barsten en uitpuilen. Sjonge! Waar halen ze deze onzinnigheden toch allemaal vandaan? Maar het bestaat, en hoevele duizenden kerkgangers worden er jaarlijks door bedrogen? Men komt niet alleen vanuit Gods Woord, maar verschuilt zich liever achter de visie van sommige oudvaders die eveneens de vervangingsleer aanhingen. Zoals bijvoorbeeld ds. G.H. Kersten sommige thesen van Alexander Comrie als een soort kapstok misbruikte om zijn kerkleer aan op te hangen, alzo hangen de leraren van de CGK hun kerkleer graag op aan sommige uitspraken van leden van de Dordtse Synode over vroeg gestorven kinderen om daarmee het gebruik en de praktijk van de kinderdoop te kunnen rechtvaardigen. Dominee Kempeneers begint zijn leerrede met deze woorden uit Genesis 17 vers 2; Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen. Dat het hier de geestelijke nazaten van Abraham betreft hoor je hem niet over spreken. Nee, allen zijn geboren op het erf der kerk en vallen (volgens hem) derhalve onder dit verbond, en dienen daarom gedoopt te worden. Werkt God dan niet door de lijn der geslachten heen? Gelden deze volgende woorden uit Hand. 2:39 Gods kinderen niet? Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. Jazeker wel, maar het gaat er nu om of wij nu voor of na de roeping tot de geloofsgemeenschap met Christus mogen dopen? Het uitwendige teken van de waterdoop in de Bijbel was immers een afschijnsel van hoedanig de gelovige op geestelijke wijze in de kruisdood en opstanding van de Heere Jezus was gedoopt geworden? Een oudvader omschreef dit als volgt: “Zoals de Heere Jezus stierf onder de vloek der wet en de schuld en last van de zonde, ja, de dood stierf aan de wet en de zonde, door de dood bevrijd zijnde van de vloek der wet en de straf der zonde, alzo sterft de gelovige onder de vloek van de wet en de last van schuld en zonde in zijn geweten.” Of weet gij niet, dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden, Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding; Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen. Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd van de zonde. Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven; Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem, Rom. 6:3-9. Dominee Kempeneers meent echter van niet, door te durven stellen dat de doop niets zegt over het geloof van de ouders of het geloof van de zuigeling, maar de doop zegt ons alleen Gods genade toe jegens de zuigelingen. Deze grote minachter van de geloofsdoop en geloofsdopers tolereert derhalve geen ouders in zijn gemeente die op grond van Gods Woord grote moeite hebben met de leer en praktijk rondom de kinderdoop. Ik weet van zeer nabij dat hij zelfs heeft gezegd zijn ambt te zullen neerleggen wanneer de CGK dit in hun kerken oogluikend begint toe te staan. Binnen het kader of er wel of geen hoop is voor vroeg gestorven kinderen van gelovige ouders citeert dominee Kempeneers Thomas Boston, een oudvader die in zijn leven zes kinderen moest begraven. Och, wie zal kunnen vertellen hoe smartelijk dit geweest moest zijn, dan alleen zij die dit zelf hebben ondervonden? Een teer onderwerp voor ds. Kempeneers en zijn vrouw die zelf ook een kindje naar het graf moesten brengen. In het boekje dat hij hier later over schreef valt op te maken dat ze dit kindje niet zonder hoop voor de eeuwigheid behoefden te verliezen. Evenzo was het bij Thomas Boston, die hierover het volgende schreef: “Nooit eerder had ik zo’n helder en aangenaam zicht op Gods bedoeling dat Hij heeft in het geven van kinderen. Ik zag dat Hij ze niet altijd geeft tot nut van hun ouders, maar om zijn bedoeling duidelijk te maken neemt Hij sommigen als zuigeling weg uit het leven. Zulke jong gestorven kinderen zijn niet voor niets in de wereld gebracht, ik zag redenen om de Heere te loven omdat Hij Vader was geworden van zes kinderen die nu allemaal in het graf zijn, en die maar heel kort bij mij zijn geweest. Maar geen van hen is verloren gegaan. Ik zal bij hen zijn in de dag van de wederopstanding. De verbondszin en uitdrukking… en de God van uw zaad, was mij zoet en vol levenssap.” (einde citaat)
Waarom ds. Kempeneers dit citeert tot verdediging van de kinderdoop begrijp ik geheel niet. Hij durft wel vals redenerend te stellen dat de geloofsdopers menen dat kleine kinderen geen geloof kunnen hebben. Hoe verzint hij het? Het is werkelijk ongehoord en de dwaasheid gekroond!! Was dan de kleine Johannes de doper in de schoot van zijn godvrezende moeder Elizabeth dan zonder waar geloof toen hij opsprong van blijdschap en vreugde bij de groetenis van Maria en het kindeke Jezus in haar schoot, en was dan de kleine ongeboren Jacob in de schoot van zijn moeder zonder waar geloof en derhalve nog niet gerechtvaardigd en geheiligd toen er oorlog uitbrak tussen het ontstoken licht des geloofs in Jacob en de duisternis in de ziel van zijn broer Ezau? Het is dus vast en zeker dat er waar geloof kan zijn in de harten van zuigelingen, met dit verschil, namelijk dat deze zuigelingen hiervan voor de gemeente Gods geen verslag kunnen doen. Maar dit zal deze kinderen niet uit de hemel vandaan houden, want ze zijn van en door God gekend en geliefd. Om u te zijn tot een God, en uw zaad na u! Charles Haddon Spurgeon zei zeer terecht dat we onze kinderen niet naar het doopvont maar tot de Heere Jezus moeten brengen. Een ding moet ik dominee Kempeneers wel nageven, zijn leer en prediking is niet tegendraads ten aanzien van de kinderdoop die hij praktiseert. Wat een roomse leerdwalingen, een ontzaggelijke blindheid, en kerkelijke troep op kerkelijk vlak toch haast overal! Och dominee, keer toch weder naar Gods Woord alleen. U zult mogelijk in de verdrukking en vervolgingen terecht komen, en uw misleide kerkvolk misschien ook nog tegen krijgen, maar u zult God aan uw zijde hebben. Wat zal een nietig mens u kunnen doen? Zo God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Lees ook dit RD artikel over een bezinningsavond in Biezelinge over de betekenis van de doop, door ds. J.C. Den Ouden! Precies eender uitgelegd en voorgesteld zoals dominee Kempeneers het hier heeft voorgesteld. Bedenk toch en vergeet nooit, dat de doop geschiedt door het badwater der wedergeboorte waarin een veroordeeld verloren zondaar zijn bestaan verliest en geheel aflegt voor God en een nieuw leven in Christus ontvangt door een waar geschonken verenigend geloof in Hem, eerst geestelijk en dan uitwendig gedoopt, het ziet op het geheiligd graf van mijn dierbare Heiland. Zoals de Heere Jezus stierf onder de vloek der wet en de schuld en last van de zonde, ja, de dood stierf aan de wet en de zonde, door de dood bevrijd zijnde van de vloek der wet en de straf der zonde, alzo sterft de gelovige onder de vloek van de wet en de last van schuld en zonde in zijn geweten. De Heere Jezus wordt alleen gevonden en gelovig omhelsd in een weg van boetvaardigheid en waar geschonken geloof. Maar zoals de doop hier wordt geleerd en wordt voorgesteld is wezenlijk niks anders dan een bespotting van de kruisdood en opstanding van de Heere Jezus Christus.
Mijn antwoord aan een vriend die het standpunt van Calvijn aanhangt
DJK : Lieve vriend, je schreef zo het volgende: De doop is gegrond op de beloften Gods, niet op het geloof! Hierin heb je de kern van ons meningsverschil inzake de doop kort en bondig samengevat. Maar laten we inderdaad naar het Woord blijven luisteren. Je kent de geschiedenis van Petrus die ontboden werd bij het huis van Cornelius. Beide kanten mochten het weten dat het in de weg des Heeren was, en God kwam erin mee. Tijdens de prediking van Petrus valt de Geest Gods (in Zijn werking van kruisdood en opstanding) op alle hoorders in dat huisje van Cornelius die deze woorden van de apostel hoorden. Hun geschonken geloof was dus door het gehoor, door het gepredikte Woord Gods. Toen antwoordde de apostel Petrus: Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den Heiligen Geest ontvangen hebben, gelijk als ook wij? En hij beval, dat zij zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen baden zij hem, dat hij enige dagen bij hen wilde blijven. (Hand. 10 vs 47-48) Bij de Pinksterlingen ging dit wezenlijk net zo, en wat zegt Filippus de diaken tot de moorman uit Candacé toen hij aangaf gedoopt te willen worden? Tenzij gij van ganser harte geloofd, zo is het geoorloofd. Andersom is ook waar, dan is de doop dus ongeoorloofd! Waarop die moorman zijn geschonken geloof in Jezus Christus de Zone Gods van harte beleed. In alle voornoemde voorvallen was de volgorde: prediking van het Woord – schenking van geloof in wet en evangelie door de Heilige Geest – Heilige Doop – Breking des broods. Bij het huis van Lydia en de stokbewaarder staat de weg tot hun doop niet vermeld, hoewel bij het huis van de stokbewaarder wel staat vermeld dat hij en zijn huis aan God gelovig waren geworden, Hand. 16:34. Hierbij moeten we ook niet vergeten dat er in deze bloeitijd van de vroeg-christelijke kerk uit de heidenen vaak tientallen, honderden en duizenden zielen tegelijk tot waarachtige bekering kwamen. Maar vanuit het voorgaande waar ik je op wees is het toch zeer aannemelijk dat het bij het huis van Lydia, het huis van de stokbewaarder, en het huisgezin van Stefanus evenzo is geschiedt. Of denk jij misschien dat de apostelen in opdracht van de uitgestorte Geest Gods inzake de doop met twee maten gemeten hebben, om het ene huis op het geschonken geloof te dopen en het andere huis op de beloften Gods? Nee toch? Hoe kan je hier toch aan vast blijven houden? Keer toch weder tot het Woord en gooi dat harnas van de kinderdoop van je af. Ik wil je nogmaals in liefde wijzen op hetgeen God uit Zijn milde goedheid en genade mij gaf te zien, over het waarom de doop niet in plaats van de besnijdenis is gekomen.
De doop is niet gekomen in plaats van de besnijdenis. De rechten der wet –doe dat en gij zult leven– werden bewaard in de voorhuid, Rom. 2:26. Deze rechten had de mens verloren door zijn val in Adam. Hiervan betuigt de apostel: Het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden. Middels de besnijdenis werd daarom een stenen mes der gerechtigheid in het vlees van de man gezet, met name daar waar vanuit hij vrucht kon voort brengen. De afgesneden voorhuid werd in de grond begraven. Uit de eerste Adam geen vrucht meer in der eeuwigheid, uw vrucht worde uit Mij gevonden, zei de Heere Jezus Christus. De vrouw in Israël werd niet besneden omdat zij alleen uit haar man vrucht kon dragen. Omdat het geestelijk verkoren Israël de bruid van Jezus Christus is, en derhalve uit mannen en vrouwen bestaat, kan ook zij alleen door geloofsgemeenschap vrucht dragen uit haar Tweede Man, Rom. 7:4b. Toen Christus het Heil voor Zijn bruidskerk verwierf ging bij Hem het zwaard van Gods gerechtigheid door Zijn onschuldige vlees, opdat al de overtredingen van Zijn Bruidskerk veroordeeld zouden worden in Zijn aangenomen vlees. Opdat het recht der wet geestelijk vervuld en verheerlijkt zou worden in Zijn verkoren Bruidskerk, Rom. 8:3-4. Christus Jezus en Dien gekruist is niet alleen een Middelaar van verwerving, maar ook een Middelaar van toepassing. Bij de toepassing en schenking van dit verworven Heil door God den Heilige Geest wordt de bruid van Christus geestelijk besneden (Kol. 2:11-13), dit is het hartverscheurende berouw vanuit een onhoudbare nood voor God over de bedreven zonden jegens Wet en Evangelie, zijnde met Hem begraven in de dood door de doop, Rom. 6:3-6. De ondergang in het doopwater is derhalve een teken van de geestelijke afsnijding en doding van de heerschappij van Adam onder een verbroken werkverbond, nooit geen gerechtigheid en heiligheid meer uit de werken van het vlees, en de opgang uit het doopwater is een teken van de geestelijke inlijving in de Tweede Adam onder een vervulde wet, toegepast en verheerlijkt door de Geest der Beloftenis. Om deze reden ontving de Heere Jezus ook Zijn drievoudig ambt van Zijn hemelse Vader zijnde het Voorwerp des geloofs met de Heilige Geest Die Zich aan Zijn ontvangen ambt paarde waardoor Hij met vrucht Zijn ambten kon vervullen nadat Hij gedoopt was in de Jordaan door Johannes de doper. Bij de onderwerpen des geloofs die in Hem geloven en met Hem verenigd zijn geschiedt dit wezenlijk niet anders, ook zij ontvangen het ambt aller gelovigen van hun hemelse Vader in het uur der minne bij hun geestelijke besnijdenis waarop zij de verworven Geest van hun oudste Broeder ontvingen waardoor zij in Zijn opstandingskracht uit hun doodstaat en graf der zonden op mochten staan tot een nieuw godzalig leven, en dus ook hierom werden alleen de mannen in Israël besneden in hun vlees dat vrucht voort kon brengen, en werden alle gelovige mannen en vrouwen gedoopt in water. Derhalve mocht ook geen onbesnedene eten van het vlees van het onschuldig plaatsvervangende geslachte paaslam tot vereniging, Ex. 12:44,48, Joh. 6:53-57, waarna Israël uittoog richting de Rode Zee. Het bloed van het geslachte paaslam en het water in de wolkkolom hebben Israël uitgeleidt in vrijheid, vergelijk Efeze 1:13. Door de rode zee (= beeld van de doop) werd Israël onder leiding van de wolkkolom in de woestijn geleidt, waar zij gejuicht en Gode lofzangen gezongen hebben vanwege hun blijdschap en vreugde over hun verlossing, dagelijks gegeten van het hemelse manna, gedronken van het water uit de steenrots, Gods heilige wet in vrijheid ontvangen die in de ark des verbonds werd gelegd (beeld van vervulde wet in Jezus Christus), en nader onderwezen werden in hun verlossing uit het diensthuis middels de dienst der tabernakel. Evenzo was het gestorte bloed bij het koperen brandofferaltaar en het water in koperen wasvat de toegang tot de gouden tafel der toonbroden en de gouden kandelaar (menorah) in het Heilige. Het gouden wierookaltaar ziet op de geestelijke vrucht van aanbidding in het hart tot God door Woordbediening en Sacramentsbediening (HA). De gelovige Kerk van Christus wordt geestelijk gedoopt in Zijn vervloekte kruisdood (Rom. 6:3) tot vernietiging en begraving van zonden, tot één Lichaam (=gemeente van Christus) gedoopt waarvan Christus het Hoofd is (Gal. 3:27) waardoor ze één van zin en eensgevoelend zijn, en tot één Geest gedrenkt (1 Kor.12:13, Rom.8:9-11, 1 Petr.3:8, Phil.2:2) tot heiliging en vernieuwing des levens. Hiervan is de uitwendige doop een beeld en afschijnsel. Dit was het teken van Jona den profeet!
J.C. Philpot : Twee belangrijke brieven over Doop en Avondmaal
J.C. Philpot in een weerlegging : De doop is geestelijke ordinantie!
J.C. Philpot in een brief over de Heilige Doop aan de heer Isbell
J.C. Philpot in een predicatie over Romeinen 6 vers 5
John Kershaw over Hand. 10:47-48a Over het bevel van de doop & mp3
John Bunyan over het sacrament en gebruik van de Heilige Doop
John Norcott over het recht Bijbels gebruik van de Heilige Doop
John Norcott : 22 tegenwerpingen tegen de geloofsdoop Bijbels weerlegd
C.H. Spurgeon over Hand. 8:37 Indien gij van ganser harte geloofd
C.H. Spurgeon – Verwerping roomse leer wedergeboorte door de doop.
C.H. Spurgeon – Weerlegging kinderdoopvisie Thomas Watson
C.H. Spurgeon over het geloof van de stokbewaarder van Filippi
C.H. Spurgeon over Rom. 6 vers 3-4 : De doop is een begrafenis
C.H. Spurgeon : kinderen tot Christus…en niet naar doopvont brengen
C.H. Spurgeon : noodzakelijk dooponderzoek voor de doopbediening
C.H. Spurgeon over Mark 16:16 Wie gelooft zal hebben en gedoopt zal zijn
Via een inzendster : De betekenis van de Doop der gelovigen
Van de Gevel : Wat leert Gods Woord, geloofsdoop of zuigelingendoop?
Hollebrandse: Is er een Bijbelse grond voor de zuigelingendoop.pdf