Bunyan Christenreis
Boek in pdf-formaat : klik hier & MP3
.
Klik op een foto uit de gallery, en daarna nogmaals, om de afbeelding volledig te bekijken.
- I dreamed a dream – John Bunyan
- Voorblad
- Inhoud
- Inhoud – vervolg
- Inleiding
- Hoofdstuk 1
- Christen neemt de vlucht uit stad Verderf
- Evangelist wijst christen de enge poort
- Halsstarrig keert terug naar stad Verderf
- Helper redt christen uit de poel wankelmoedigheid
- Christen en wereldwijs
- Christen aan de voet van de berg Sinai
- Welbehagen wijst christen de weg
- Uitlegger toont christen de kamer vol stof
- Het vuur in het verborgen onderhouden
- Christen in het gezicht van het kruis
- Formalist en hypocriet klimmen over de muur
- Christen ontmoet mistrouwen en vreesachtig
- Christen vindt zijn verloren rol weder
- Christen gaat tussen de leeuwen door
- Christen treedt het paleis binnen
- Christen in het paleis Liefelijkheid
- Het gedenkboek des huizes
- Christen ontvangt zijn wapenuitrusting
- Christen strijdt met apollyon
- Christen in het dal der schaduwen des doods
- De dag breekt aan in het dal der schaduwen des doods
- Christen bedreigd door den pausreus
- Getrouw komt christen te hulp
- Getrouw voert strijd met den ouden Adam
- Getrouw wederstaat valsche schaamte
- De praatbuurt
- Getrouw spreekt met mond-christen
- Evangelist geeft goede raad aan christen en getrouw
- Christen en getrouw komen in de stad ijdelheid
- Christen en getrouw op de ijdelheidskermis
- Christen en getrouw in boeien
- Hoop sluit zich aan bij christen
- Geldgierig prijst de veinzerij aan
- Demas poogt christen en hoop te verleiden
- De zoutpilaar
- De stroom des levenden waters
- Christen en hoop in het kasteel van reus wanhoop
- Christen en hoop ontsnappen uit kasteel Twijfel
- De herders der liefelijke bergen
- De heuvel der dwaling
- Klein-geloof beroofd
- Christen en hoop door vleierij van den weg gebracht
- Christen en hoop uit het net verlost
- Christen en hoop ontmoeten atheist
- Wacht u in te sluimeren op de betoverden grond
- Hoop verhaalt aan christen zijn bevindingen
- Christen onderricht onkunde
- Onkunde blijft terug
- Hoop geeft draler goeden raad
- Christen en hoop in het landschap Beulah
- Twee mannen uit het landschap Beulah
- Christen en hoop doorwaden de rivier
- De hemelpoort geopend
- Slot
Zo kwamen zij aan de hemelpoort
Boven de poort waren in gouden letters deze woorden geschreven: “Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan de boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad” (Openb. 22:14). De blinkenden geboden hun te roepen aan de poort, wat zij ook deden; waarop enigen van boven over de poort naar beneden keken, te weten Henoch, Mozes en Elia, aan wie gezegd werd, dat deze reizigers van de stad VERDERF kwamen en wel uit zuivere liefde tot de Koning van deze plaats. Daarop gaven zij hun bewijs over, dat tot de Koning gebracht werd. Nadat Deze het gelezen had, vroeg Hij waar die mensen waren. Men antwoordde: “Zij staan buiten aan de poort,” waarop de Koning beval de poort te openen, “opdat,” zei Hij, “het rechtvaardige volk, dat de getrouwigheden bewaart, daardoor inga” (Jes. 26:2).
De Hemelstad
De mannen (zoals ik in mijn droom opmerkte) gingen de poort door, en zie, met dat zij intraden, werden zij geheel veranderd; zij kregen een gewaad aan, dat blonk als goud. Daar waren er ook met harpen en kronen, die zij hun ook gaven; de harpen om er mee te loven en de kronen tot een teken van eer. Toen hoorde ik in mijn droom, dat alle klokken in de stad van blijdschap wederom luidden en er gezegd werd: “Gaat in, in de vreugde uws Heeren!” Ik hoorde daarna ook deze mannen zelf met een luide stem zingen: “Dankzegging, eer, heerlijkheid en kracht zij Hem Die op de troon zit en het Lam tot in eeuwigheid!” (Openb. 5:13). Toen nu de poorten opengingen om deze mannen in te laten, blonk de stad als de zon; de straten waren van goud en daarop wandelden er velen met kronen op de hoofden en palmtakken in de handen en gouden harpen, om daarmee lof te zingen. Daar waren er ook, die vleugels hadden en zij antwoordden de een de ander, zonder enig ophouden, zeggende: “Heilig, heilig, heilig is de Heere!” En daarna werden de poorten gesloten. Toen ik dit gezien had, wenste ik mij onder hen. Terwijl ik zo staarde op al deze dingen, keerde ik mijn hoofd om en zag ONKUNDE, komende naar de kant van de rivier. Maar hij kwam al gauw aan de overkant en had niet half zoveel moeite als de twee anderen. Want er was juist een veerman, zekere IJDELE HOOP, die hem met zijn boot over hielp; en zo kwam hij, zoals de anderen gedaan hadden, de heuvel op om de poort binnen te komen. Doch hij kwam alleen en er was niemand, die hem ontmoette om hem aan te moedigen. Tot de poort gekomen, zag hij omhoog naar het opschrift boven de poort en begon te kloppen, menende dat hem spoedig een vrije ingang gegeven zou worden. Maar er waren er enigen, die over de top van de poort neerzagen en hem vroegen, van waar hij kwam en wat hij wilde. Hij antwoordde: “Ik heb in de tegenwoordigheid van de Koning gegeten en Hij heeft op onze straten geleerd.” Toen vroegen zij hem naar zijn bewijs, opdat zij het de Koning konden tonen. Daarop grabbelde hij in zijn zakken, om er een te zoeken: maar hij vond er geen. “Wat!” zeiden zij, “hebt u er geen?” Doch hij verstomde. Dit werd de Koning gezegd. Maar die wilde niet eens naar beneden komen om hem te zien; Hij beval de twee blinkenden, die CHRISTEN en HOPENDE tot de stad geleid hadden, uit te gaan, ONKUNDE de handen en voeten te binden en hem uit te werpen. Zo deden zij ook; zij namen hem op, droegen hem door de lucht tot aan de deur, die ter zijde van de heuvel was en wierpen hem daar in. En zo zag ik, dat er een weg naar de hel was zowel van de hemelpoort af, als vanaf de stad VERDERF.
Toen werd ik wakker, en zie, het was een droom.