Duizendjarig vrederijk
Enkele gedachten over het duizendjarig vrederijk
En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds, en een grote keten in zijn hand; En hij greep den draak, den oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden. (Openb. 20:1-3)
Geliefde lezer, de statenvertalers merken bij dit hoofdstuk terecht op dat de inhoud hiervan niet eenvoudig is om te verstaan, en dat is beslist geen onwaarheid. Ik heb lange tijd over dit hoofdstuk nagedacht en wilde bij deze heel voorzichtig enkele gedachten hieromtrent op papier zetten. Daarmee niet bewerende dat ik het laatste woord hierover gezegd wilde hebben. Wat voor mij vast staat is de bekering van het volk der Joden die Deo Volente spoedig aan zal breken. Dit zal gaan dwars door de oordelen heen. God zal dit volk in een vreselijke engte en onhoudbare nood brengen, en hun benen van zelfredzaamheid, van slimheid, van sluwheid, van eigengerechtigheid en van ongeloof gaan breken. Alle dingen die op aarde geschieden zullen daaraan mede moeten werken ten goede, te weten: het toenemende antisemitisme, de anti-Israel massamedia, een anti-Israel president van de Verenigde Staten, 200 miljoen vijandige Arabieren die het bloed der Joden wel kunnen drinken, en niet te vergeten Iran die zich betoont heeft Israels’ aartsvijand nummer 1 te zijn. Om het hier genoemde Messiaanse vrederijk te kunnen verstaan, moeten we beseffen hoe wij Israel zien. Hoewel Calvijn een bekwaam Schriftuitlegger was, en met name uitblonk in de reachtvaardigingsleer der apostelen, zag hij de uitwendige gestichte kerk uit de heidenen helaas als een voortzetting van het volk Israel. Israel had in zijn (en andere reformatoren) ogen volledig afgedaan en was verstrooid geworden onder de volkeren der wereld. Daarnaast meende Calvijn dat de onvervulde rijke beloftenissen die er voor Israel nog lagen, derhalve de uitwendige kerk uit de heidenen toekwamen. Vanuit deze gedachte dient men tevens zijn verbondsleer en kinderdoopvisie te verstaan. Hoevelen zijn helaas nog bevangen met deze on-Bijbelse vervangingsleer? Onlangs ontmoette ik iemand die ook bevangen was geworden met deze roomse vervangingsleer. Ik meen dat het een man is die de Heere vreest, met een grote liefde voor Israel. Ook hij had lange tijd hoop voor Israel gehad, maar was na veel onderzoek uiteindelijk toch weer bij de vervangingsleer geëindigd. Ik vroeg hem, wanneer het nu waar is dat Israel geheel heeft afgedaan en in Gods’ ogen geheel is verstoten (Rom. 11:1-2?).…vanwaar dan die gedurige haat tegen dat volk dat in vrede probeert te leven en verder niemand kwaad doet? Vanwaar dan die haat in de harten van al die vijandige Arabieren? Waarom dan een leeg schip aanvallen waar niets te halen valt? Vanwaar is het dan gekomen dat de vorst der duisternis juist aldaar in het Midden Oosten de Islam het sterkst heeft doen vertegenwoordigen? Hij gaf er een draai aan, en bleef het antwoord schuldig. Maar is het niet vanwege het Kindeke Jezus dat uit dat volk geboren is, en ondanks dat zij Hem verworpen hebben, evenwel naar Gods voornemen nog in hun harten geopenbaard moet worden, Rom. 11, Openb. 12:1-5…?? De vrouw in barensnood met een kroon van twaalf sterren op haar hoofd is een beeld van de twaalf stammen Israels maar ook van het geestelijk verkoren Israel, en niet van de uitwendige kerk die gesticht is uit de heidenen. Daar komt weer de vraag: “Hoe zien wij Israel?” Israel kunnen wij zien als een beeld van de wijngaard waarin God bijzonder wilde werken. Hierin kunnen wij Israel beschouwen als de bedding van het verworven Heil door Jezus Christus. Maar deze wijngaard kunnen we bij ook vergelijken met de uitwendige kerk uit de heidenen, zoals de apostel deed in 1 Korinthe 10:1-6. Het is niet alles Israel wat Israel heet, velen geroepen weinigen verkoren en ingegaan. In dit separerende beeld wordt het geestelijke kaf en koren in de gemeente van Korinthe vergeleken met het kaf en koren van destijds onder het volk der Joden tijdens hun uittocht en doortocht in de woestijn. In het meerder deel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ter nedergeslagen. En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust gehad hebben. (vers 5-6) Maar nog veel meer kunnen wij Israel zien als dat als geheel volk verlost is geworden uit het diensthuis van Egypteland, als geheel volk besneden werd, als geheel volk gegeten heeft van het gebraden vlees van het paaslam, als geheel volk is uitgeleidt door de wolkkolom, als geheel volk door de rode zee is getogen, als geheel volk heeft gejuicht en gezongen toen zij farao en zijn drijvers zagen verdrinken in de kolken der rode zee, als geheel volk dagelijks op hun knieën ging om het hemelse manna op te rapen en at, als geheel volk in vrijheid Gods heilige (vervulde) wet ontving aan de voet van de Sinai, als geheel volk nader onderwezen werd door de tabernakeldienst, als geheel volk dezelfde doodsvijanden had, en als geheel volk door de Jordaan is ingegaan in Kanaan om aldaar onder leiding van Jozua de vijandige volkeren te verdrijven en doden.
De eerste en de tweede genoemde zienswijze kunnen heel goed naast elkaar bestaan, zolang we ze maar niet met elkaar gaan vermengen. Wat bedoel ik daarmee? Namelijk dit, wanneer ik u zeg dat dit ganse volk is uitgetogen en geen klauw van hen achter bleef, en u daartegenover stelt dat slechts enkelen zijn ingegaan….dan werp ik tegen dat evenwel toch het gehele volk Israel in Kanaan is ingetogen. Dit gebeurt helaas maar al te vaak! Daarnaast moeten wij ook de fout niet maken door vanuit een standelijke zienswijze te gaan zeggen dat de rivier Jordaan die haar oorsprong had vanaf de berg Hermon en eindigde in de Rode Zee! een beeld is van de geestelijke doodsjordaan, en Kanaan een beeld is van het hemelse Kanaan dat het geestelijke verkoren Israel eens zal beërven. Want in het hemelse Kanaan behoeven er namelijk geen vijanden meer overwonnen te worden. Hoe dienen wij de Jordaan en het land Kanaan dan geestelijk te zien? Namelijk als het Koninkrijk der hemelen dat de Heere Jezus zo vaak in Zijn gelijkenissen noemde. Dit Koninkrijk neemt Zijn aanvang en intrek in de harten van Gods bijwonende verloste volk op deze zondige aarde. In dit geestelijke Koninkrijk is Christus Koning en regeert Hij door Zijn verworven Geest Zijn aangenomen kinderen. Daarnaast moest het volk Israel, ofwel de onbesnedenen onder hen, voor haar intocht besneden worden alvorens zij door het water van de Jordaan (= doop) Kanaan in zouden trekken. Daarom werd Israel ook wel het volk der Hebreeërs genoemd, dat betekent: ‘zij die door het water zijn heengegaan’. Gelijk de profeet Jona die zich een Hebreeër mocht noemen, en tevens door het water is heengegaan. Dienaangaande mogen wij de Rode zee en het water van de Jordaan beschouwen als een beeld van het badwater der wedergeboorte, een toonbeeld van ondergaan en opkomen, ofwel doding van het vlees en levendmaking door de Geest der beloftenis. Onder leiding van de Geest van die Meerdere Jozua (=Jezus) overwint de verloste Kerk van Christus haar driekoppige doodsvijand, te weten duivel, wereld, en eigen verdorven vlees, vergelijk Rom. 8:1-17, Kol. 3:1-5. Zoals u begrijpt zijn de leidende wolkkolom en vuurkolom waardoor Israel uittoog en doortoog, en de leiding van Jozua….beiden dus een beeld van de verworven Geest van Christus, ofwel van de Geest der aanneming tot kinderen, Gal. 4:5-7, Rom. 8:9-16. Al deze dingen kunnen van de uitwendige kerk uit de heidenen waarin kaf en koren was, wezenlijk niet gezegd worden. Maar dus wel van het geestelijk verkoren Israel. Ik wijd hier enigszins over uit om tenslotte bij m’n tekst te komen. Want waarin is Israel nog meer een beeld van het geestelijk verkoren Israel, vergaderd uit Jood en heiden? Ik heb u al enkele dingen genoemd. Ik zal er nog enkele noemen. Israel had dezelfde heiliging, dezelfde besnijdenis, dezelfde grote verzoendag, hetzelfde begin van het nieuwe jaar, dezelfde doop, hetzelfde getuigenis, dezelfde vijanden, dezelfde woonplaats in de woestijn, dezelfde tegenspraak en ongehoorzaamheid, dezelfde beloofde Messias, dezelfde erfenis, en….hetzelfde duizendjarige vrederijk….waarin het geestelijk verkoren Israel het aardse volk Israel is voorgegaan. Waarom is het geestelijk verkoren Israel het aards verkoren Israel op dit enige punt dan voorgegaan? Om deze eenvoudige reden: Want indien hun verwerping de verzoening is der wereld, wat zal de aanneming wezen, anders dan het leven uit de doden? (Rom. 11:15) En nu ben ik bij m’n tekst gekomen, die ik derhalve eerst geestelijk wens te verklaren en daarna kortelings zal toepassen op het aards verkoren Israel.
Wanneer een verkoren zondaar verlost is geworden door de weg van recht en gerechtigheid, door het gestreken bloed tot verzoening en het water des levens tot vernieuwing, door het geloof in Wet en Evangelie, heeft hij vrede met God en een innerlijke vreugde en blijdschap die alle verstand te boven gaat. Gods Woord zegt hiervan het volgende: Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus; Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; En de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven. (Rom. 5:1-5) Deze hemelse vrede is een lieflijke vrucht van de ingestorte liefde Christi die het hart van een verloste zondaar geheel verbrijzeld, vergelijk Jes. 57:15. In deze lieflijke vrede is stad menschziel versierd in een bruiloftsgewaad, vanwege dat Prins Immanuel en Zijn kapiteins, geloof, hoop en liefde, hun intrek in haar wilden nemen. Deze vrede is zo diep en intens dat ze geen zonden meer kan verdragen. Een verloste zondaar die hierin vlak na zijn verlossing voor korte of lange tijd mag wandelen, denkt dat aan deze lieflijke vrede nooit meer een einde komen zal. Het oneindige van deze vrede ziet op het getal duizend. Dit is een Bijbels getal van een onbepaalde tijd. Dit getal duizend ziet dus niet op de lengte van duur, maar op de volheid en de kwaliteit van die vrede. In dit geestelijke duizendjarig vrederijk is de duivel gebonden en in een diepe afgrond geworpen, vergelijk met Openb. 20:2-3. Indit duizendjarige vrederijk heeft de duivel, de wereld en het verdorven vlees van die verloste zondaar, geen enkele vat op hem….omdat deze heersende liefde in zijn ziel niet kan en wil zondigen. Voor zijn gevoelige waarneming heeft die zondaar in dat vrederijk ook geen zonden gedaan. Daar heeft hij het hemelse Kanaan in zijn ziel ontvangen. De heersende liefde in en van dit vrederijk heeft alles lief wat God liefheeft en haat alles wat God haat. In dit vrederijk is de verloste zondaar zeer hemels gesteld, en kan hij bidden voor zijn vijanden. In dit vrederijk heeft hij God lief boven alles en zijn naasten als zichzelf. In dit vrederijk zou een verloste zondaar wel willen sterven, om eeuwig bij God te zijn. Om nooit meer te zondigen en eeuwig hem groot te maken. Zijn wens is overeenkomstig zijn hemelse gestaltenis die hij in zijn ziel gedurig mag proeven en smaken. Dit vrederijk is een beeld van de overnachting van die barmhartige Samaritaan in die herberg, Luk. 10:35a. De liefde van dit vrederijk is zeer weldadig en mededeelzaam, en wordt zeer schoon bezongen in het hooglied door Salomo. Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want Uw uitnemende liefde is beter dan wijn, vers 2. Ja lezer, dit is zulk een lieflijk vrederijk waarvan die verloste zondaar werkelijk denkt dat er nooit meer een einde aan komen zal. Trap en mate zij Gode alleen bekend, maar wie hier niets van kent, is (nog) niet verlost en zit nog kermend in zijn diensthuis bij z’n zelfgebakken tichelstenen te wenen om verlossing. Wie hier niets van kent, is nog nooit een vloerkleedje voor anderen geweest. Ik ken mensen die hierin weken hebben mogen wandelen, maar ook die er zelfs maanden in gewandeld hebben. Maar zij allen dachten dat er nooit meer een einde aan komen zou. Zij allen dachten en wensten dat ze nooit meer zouden hoeven zondigen op aarde. Zij allen waren van mening nooit meer ongehoorzaam te zijn jegens hun lieve Vader, en nooit meer te hoeven tegenspreken. Bij hen allen duurde die vrede duizend jaar. Maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren, vers 6. Mag ik u één voorbeeld van zo’n zegenende priester(es) die vlak na haar zielsverlossing vanuit dit hemelse vrederijk begon te getuigen en tot grote zegen van anderen werd gesteld? Lees hier van de Samaritaanse vrouw uit Joh. 4 vers 28-40 : “Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden: Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus? Zij dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem (….) En velen der Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde: Hij heeft mij gezegd alles, wat ik gedaan heb. Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.” Als nu door het getuigenis van één verloste zondares velen tot Christus gingen, en in Hem geloofden, wat zou er denkt u gebeuren wanneer straks het bekeerde volk der Joden als natie de bazuin des Evangeliums aan hun lippen zal zetten…?? Voor hoevelen zullen de bekeerde Joden in het vijandige Midden Oosten niet tot een eeuwige zegen zijn…?? Hoeveel moslims zullen door hun getuigenis in Jezus Christus gaan geloven…?? Maar voordat dit hemelse vrederijk in hun harten zal worden ingestorte door de verbrijzelende liefde Gods in Christus, zullen hun hardnekkige en verharde harten eerst doorstoken en verbrijzeld moeten worden, hun wetsbenen eerst gebroken moeten worden, willen ze ooit op het enig volbrachte werk van Christus kunnen rusten. Want met één offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden, Hebr. 10:14.
Deze hemelse vrede is dus een vrucht de eerste ingestorte liefde, waarvan Christus in Openb. 2 vs 4-5 jegens de gemeente van Efeze betuigt: “Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. Gedenk dan, waarvan gij uitgevallen zijt, en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk bij komen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert.” Deze lieflijke vrede wordt helaas vaak verward of vermengd met de goedertierenheden des Heeren die tot waarachtige bekering leiden, Rom. 2:4. U moet weten dat de goedertieren des Heeren een zondaar geen vrede aanbrengt, omdat zijn doodsoorzaak nog niet teniet is gedaan. De goedertierenheden des Heeren doen een zondaar wel vaak wenen en diep schuldig staan tegenover een goeddoend God in de hemel, die niet anders dan goed voor kwaad vergeld. Dit kan weleens vol zijn, maar het laat geen hemelse vrede na. Want er is nog geen vrede aangebracht tussen God en die onverzoende zondaar door die enige Rust en Vrede-aanbrenger. Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers tussen kome; Want een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft, Hebr. 9:16-17. Genoeg nu daarover. Nu wilde ik een toepassing van dit hemelse vrederijk maken vanuit het geestelijk verkoren Israel naar het aardse verkoren Israel. Meestal andersom, eerst het aardse dan het geestelijke. Maar dat kan hier helaas niet, ik heb u vanuit Rom. 11:15 proberen aan te tonen waarom. Ik zal nu proberen een toepassing te maken naar het aardse bondsvolk Israel. Zoals u vanuit de onrust in het Midden Oosten wellicht zult begrijpen, maken de volkeren der wereld zich op om Israel geheel van de wereldkaart te doen laten verdwijnen. Israel begint langzaam maar zeker haar trouwste bondgenoot Amerika te verliezen, vanwege haar vijandige president Obama die aan het bewind is. Deze president heeft meer genegenheid voor de moslims dan voor het volk der Joden. Dat bekennen de Arabieren zelfs. De Jodenhaat die wezenlijk nooit verdwenen is, neemt toe. Israel heeft de laatste decennia als een magneet voor de verstrooide Joden gefungeerd. Hoeveel Russische Joden zijn er na de Tweede Wereldoorlog niet teruggekeerd naar Israel? Daarnaast duurt het niet lang meer voordat de roomse hoer als een kaartenhuis zal instorten. Het begin van de val de wereldwijde economie (Babylon) dat van schulden, narigheid, leugen en bedrog aan elkaar hangt is begonnen te vallen, Openb. 18:2-3. Daarnaast is de roomse beerput geopend, en zal nog verder geopend worden. De natuurrampen volgen elkaar in steeds rasser op. In Amerika zijn er nog nooit zoveel tornado’s geweest als in de laatste jaren. Aardbevingen en overstromingen wereldwijd, en het ergste is dat de mens maar geen ogen heeft om op te merken, en geen hart heeft om te verstaan de dingen die aanstaande zijn. Bedenk toch dat heel de geschiedenis draait om het aardse en om het geestelijk verkoren bondsvolk Israel. Al de ogenschijnlijke meerderen zullen deze minderen moeten dienen. Want God volvoert Zijn eeuwige raad, en Zijn molens draaien langzaam maar zeker. Ze zullen toegebracht worden vanuit het oosten en westen, en van het barre noorden en zwoele zuiden. Uit alle natiën, creaturen, tongen en talen zal God de Zijnen vergaderen om straks eeuwig bij Hem te wonen. Ik denk echt dat het geen jaren meer duren zal dat God Zijn bondsvolk Israel tot de kennis der Waarheid door het geloof in Jezus Christus brengen zal. En wanneer dat gebeuren zal, zal Israel in een vreselijke engte gebracht worden zodat ze tot de God van hun vaderen zullen schreeuwen om behoudenis en genade. Wanneer de vijanden Israels de ogenschijnlijke overwinning behaald zullen hebben, en op het punt staan hen volledig te vernietigen, dan zal God voor Zijn bondsvolk opstaan tot de strijd en hun haters verstrooien en doen zuchten. Dan gaat God zeer grote wonderen doen om Zichzelf in en door Zijn bondsvolk Israel te verheerlijken. Zoals het bij het geestelijk verkoren Israel gaat, zo zal het ook gaan bij het aards verkoren Israel. In de weg tot waarachtige bekering werkt God altijd aan op een onhoudbare nood. In deze nood gaat een zondaar verloren voor God middels een hartverscheurend berouw. Door de trekkende liefde des Vaders wordt die zondaar getrokken tot de geloofsgemeenschap met Christus, en door die trekkende liefde wordt die zondaar verwaardigd zijn vonnis te mijnen en zijn straf te aanvaarden. Op deze wijze ontdoet God die zondaar van zijn eigengerechtigheid en ongeloof, om hem te overkleden met het Kleed der gerechtigheid en heiligheid van Zijn eniggeboren lieve Zoon. Al deze dingen zal de wereld straks terugzien in de bekering van het volk der Joden. “En het zal te dien dage geschieden, dat Ik zal zoeken te verdelgen alle heidenen, die tegen Jeruzalem aankomen. Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. Te dien dage zal te Jeruzalem de rouwklage groot zijn, gelijk die rouwklage van Hadadrimmon, in het dal van Megiddon.” (Zach. 12)
Kijk lezer, en dan zal God door middel van Zijn lieve Heilige Geest Zijn bondsvolk Israel volgieten met de liefde Gods in Christus die een duizendjarig Messiaans vrederijk in hun harten zal nalaten. “En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds, en een grote keten in zijn hand; En hij greep den draak, den oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geëindigd zijn.” Ook dit hemelse vrederijk in de harten der bekeerde Joden zal geen duizend jaar duren. Ook hier ziet het getal duizend van dit vrederijk niet op de lengte van duur, maar eerder op de volheid en kwaliteit van die nagelaten vrede. Dan zullen de schellen van hun ogen vallen, en het deksel van hun harten worden weggenomen en zullen zij de verworpen Messias aannemen als de voor hen gekomen Messias. Dan zullen ze versteld staan van het wonder dat God nog naar hen om wilde zien. Dan zullen ze het wonder niet kunnen bevatten dat Christus Zich aan hun helwaardige harten heeft willen openbaren. Dan zullen ze het niet kunnen bevatten dat zij Hem als de gekomen Zaligmaker verworpen hebben, en zolang de gerechtigheid in hun eigen werken gezocht hebben, Rom. 9:30-33. Vanuit dit vrederijk gaan de bekeerde Joden de omringende volkeren, en hopelijk ons ook, het Evangelie van Jezus Christus met name vanuit het Oude Testament gaan verkondigen. Wat weten wij van de Thora…?? Zij zijn erin geboren en in grootgebracht. In dit duizendjarige vrederijk zal ook de duivel op Israel als natie geen enkele vat meer hebben. Dan zullen de discotheken en de hoerenhuizen gesloten worden, en de synagogen omgebouwd worden tot Christelijke gebedshuizen. Zal dan daadwerkelijk geheel Israel zalig worden? Dat weet ik niet, misschien moeten we dit hetzelfde opvatten als de bekering van de stad Ninevé. Deze stad bekeerde zich tot God, ze ging in de rouw, en verootmoedigde zich in stof en as. Of daadwerkelijk elke Nineviet tot bekering kwam, weten we niet. Maar wel zeer velen, zo ook wanneer het volk der Joden tot bekering gebracht zal worden. Welk een beslag zal er van dit vrederijk uitgaan, lezer. Denk eens terug aan de tijd der reformatie dat naar schatting ongeveer tien procent van Nederland tot bekering werd gebracht door middel van de nije leer der reformatie. Deze tien procent gaf een enorm beslag op het volksleven in Nederland. Velen durfden zich niet meer zo uit te leven als voorheen. Welk een beslag zal dit met zich meebrengen wanneer God dan een heel volk tot de kennis van Christus brengen zal? Bidt u weleens u voor dit verachte volkje, lezer? Elke geestelijke Jood heeft een bijzondere voorliefde voor het volk der Joden. Denk eens aan Naaman de Syriër of aan Ruth de Moabitische. “Bidt om den vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen. Vrede zij in uw vesting, welvaren in uw paleizen. Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken, vrede zij in u! Om des huizes des HEEREN, onzes Gods wil, zal ik het goede voor u zoeken.” (Psalm 122:6-9)
En alzo zal geheel Israel zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob. En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen. Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil; Want de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk. Want gelijkerwijs ook gijlieden eertijds Gode ongehoorzaam geweest zijt, maar nu barmhartigheid verkregen hebt door dezer ongehoorzaamheid; Alzo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen. Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij hun allen zou barmhartig zijn. O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. (Rom. 11:26-36)
D.J. Kleen